e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verlegen (zijn) besnipperig: besnupperig zeen (Weert), bleu: blue zeen (Weert), schouw: schow zeen (Weert), verlegen: verlaege (Weert, ... ), zich niet trauen (< du.): zich neet trowwe (Weert) niet flink of zelfbewust zijn, zich niet goed durven uiten in het bijzijn van anderen [teutelen, verlegen zijn] [N 85 (1981)] || verlegen III-1-4
verliezen verliezen: verleeze (Weert) Verliezen. III-3-2
verlopen zich verlopen: (de koe heeft) zex vǝrlǫu̯pǝ (Weert) Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a] I-11
vermaak plezier: plezeer (Weert) een handeling waardoor men plezier beleeft [vermaak, amusement] [N 85 (1981)] III-1-4
vermalen achterblijven: axtǝrbli.vǝ (Weert) Meel verliezen tijdens het maalproces. [N O, 36i] II-3
vermengen mengen: minge (Weert), warren: werre (Weert) in elkaar vermengen [warzen] [N 91 (1982)] III-4-4
vermicelli vermicelle (fr.): fermesjel (Weert) vermicelli III-2-3
verminkte koningin lamme moer: lām mōr (Weert) Een aan de vleugels, spriet of poot beschadigde koningin. Het gevolg van die beschadiging is dat ze onbevrucht blijft. Daardoor is ze waardeloos voor het bijenvolk. [N 63, 63b] II-6
vermoeden denken: di‧nke (Weert), menen: meine (Weert) het menen dat iets waarschijnlijk is, het veronderstellen dat iets zo is [vermoeden, bronsel] [N 85 (1981)] III-1-4
vernielen vernielen: vernele (Weert) vernielen [SGV (1914)] III-4-4