22094 |
volière aan het duivenhok |
ren:
ren (L289p Weert),
vlucht:
vlucht (L289p Weert)
|
een grote kooi of volière aan het duivenhok aangebouwd? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21268 |
volk (mensen) |
volk:
folək (L289p Weert)
|
volk [RND]
III-3-1
|
21533 |
volk (natie) |
volk:
vollek (L289p Weert)
|
de gezamenlijke bewoners van een staat [volk, natie, diet] [N 88 (1982)]
III-3-1
|
21769 |
volkswijsheid |
gezegde:
gezagdje (L289p Weert)
|
Noem het (dialect)woord voor: een uiting zoals: "morgenstond heeft goud in de mond"? [volkswijsheid] [N 102 (1998)]
III-3-1
|
23585 |
volkszang |
volkszang:
volkszangk (L289p Weert),
vollekszangk (L289p Weert)
|
Volkszang, samenzang van de gelovigen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23692 |
volle aflaat |
volle aflaat:
volle aaflaot (L289p Weert),
volle aafloat (L289p Weert)
|
Een volle aflaat. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25201 |
volle maan |
volle maan:
volle maon (L289p Weert),
volmaan:
vol moan (L289p Weert)
|
schijngestalte van de maan: volle maan [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24271 |
volop veren krijgen |
vlug worden:
vlök waere (L289p Weert)
|
volop veren krijgen (vluggen) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
34304 |
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) |
beer:
bir (L289p Weert),
biǝr (L289p Weert),
bīr (L289p Weert)
|
De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|
20313 |
volwassen, volgroeid |
groot:
groeet (L289p Weert),
volgroeid:
volgruudj (L289p Weert)
|
volwassen; volgroeid, de volle wasdom bereikt hebbend [volwassen, volslagen] [N 86 (1981)]
III-2-2
|