33811 |
vos, vospaard |
vos:
vǫs (L289p Weert)
|
Licht- of rosbruin paard met witte manen, staart en poten. Onder de vossen zijn er diverse kleurnuanceringen: roodvossen (rode tot dieprode globe), goudvossen, zweetvossen (zwartachtig rood naar geel overhellend en glimmend), lichte vossen (geelbruin tot geelbruin), donkere vossen (van donkerbruin tot zeer donker roodbruin). [JG 1a, 1b; N 8, 63g, 63h en 63j]
I-9
|
23508 |
votiefmis |
votiefmis:
votiefmes (L289p Weert)
|
Een mis die gesticht is krachtens een gelofte, votiefmis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18279 |
vouw |
plooi:
ploej (L289p Weert),
ploeëj (L289p Weert),
vouw:
vaoj (L289p Weert)
|
Hoe noemt U: een plooi [N 62 (1973)] || plooi || vouw
III-1-3
|
31307 |
vouw van een beitel |
vouw:
vǫ.j (L289p Weert)
|
De lange, afgeschuinde kant waarin het ondereinde van een beitel uitloopt. [N 33, 119]
II-11
|
17923 |
vouwen |
vouwen:
voje (L289p Weert, ...
L289p Weert)
|
vouwen (mv) [SGV (1914)] || vouwen (ww) [SGV (1914)]
III-1-2
|
33693 |
vredewis |
vreerijs:
vrēu̯rīs (L289p Weert),
vreewis:
vrēwes (L289p Weert)
|
Bosje stro, gras of iets dergelijks op een stok of tak gebonden, en geplaatst op akkers en weiden, om aan te geven dat deze niet meer toegankelijk zijn o.a. voor weidend vee of jagers. [N M, 26; L 32, 80; monogr.]
I-8
|
21398 |
vreemde (man) |
vreemde, een ~:
vrieemdje (L289p Weert)
|
Noem het (dialect)woord voor: iemand uit den vreemde? [vreemdeling] [N 102 (1998)]
III-3-1
|
22133 |
vreemde duif die op het hok komt |
vreemde, een ~:
un vrieemdje (L289p Weert)
|
een vreemde duif die op het hok komt? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
19341 |
vreugde |
goede aard:
goojen aard (L289p Weert),
goede zin:
gooj zin (L289p Weert),
lol:
lôl (L289p Weert),
plezier:
plezeer (L289p Weert)
|
een gevoel van blijdschap in het algemeen [plezier, lol, vreugd] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20294 |
vriend |
kameraad:
kammeroad (L289p Weert),
maat:
moat (L289p Weert),
vriend:
vrind (L289p Weert),
vru‧nd (L289p Weert)
|
vriend [RND] || vriend of vriendin in het algemeen [kameraad, gespan, makker] [N 85 (1981)]
III-3-1
|