e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vos, vospaard vos: vǫs (Weert) Licht- of rosbruin paard met witte manen, staart en poten. Onder de vossen zijn er diverse kleurnuanceringen: roodvossen (rode tot dieprode globe), goudvossen, zweetvossen (zwartachtig rood naar geel overhellend en glimmend), lichte vossen (geelbruin tot geelbruin), donkere vossen (van donkerbruin tot zeer donker roodbruin). [JG 1a, 1b; N 8, 63g, 63h en 63j] I-9
votiefmis votiefmis: votiefmes (Weert) Een mis die gesticht is krachtens een gelofte, votiefmis. [N 96B (1989)] III-3-3
vouw plooi: ploej (Weert), ploeëj (Weert), vouw: vaoj (Weert) Hoe noemt U: een plooi [N 62 (1973)] || plooi || vouw III-1-3
vouw van een beitel vouw: vǫ.j (Weert) De lange, afgeschuinde kant waarin het ondereinde van een beitel uitloopt. [N 33, 119] II-11
vouwen vouwen: voje (Weert, ... ) vouwen (mv) [SGV (1914)] || vouwen (ww) [SGV (1914)] III-1-2
vredewis vreerijs: vrēu̯rīs (Weert), vreewis: vrēwes (Weert) Bosje stro, gras of iets dergelijks op een stok of tak gebonden, en geplaatst op akkers en weiden, om aan te geven dat deze niet meer toegankelijk zijn o.a. voor weidend vee of jagers. [N M, 26; L 32, 80; monogr.] I-8
vreemde (man) vreemde, een ~: vrieemdje (Weert) Noem het (dialect)woord voor: iemand uit den vreemde? [vreemdeling] [N 102 (1998)] III-3-1
vreemde duif die op het hok komt vreemde, een ~: un vrieemdje (Weert) een vreemde duif die op het hok komt? [N 93 (1983)] III-3-2
vreugde goede aard: goojen aard (Weert), goede zin: gooj zin (Weert), lol: lôl (Weert), plezier: plezeer (Weert) een gevoel van blijdschap in het algemeen [plezier, lol, vreugd] [N 85 (1981)] III-1-4
vriend kameraad: kammeroad (Weert), maat: moat (Weert), vriend: vrind (Weert), vru‧nd (Weert) vriend [RND] || vriend of vriendin in het algemeen [kameraad, gespan, makker] [N 85 (1981)] III-3-1