18672 |
vrouwenkleren |
vrouwluikleren:
vroulujkléjer (L289p Weert),
vröllu kleier (L289p Weert)
|
vrouwenkleren [t vrouwendinge, de schörte] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18598 |
vrouwenonderhemd? |
hemd:
humme (L289p Weert, ...
L289p Weert),
vrouwenhemd:
vrouwenhumme (L289p Weert)
|
onderhemd voor vrouwen [N 25 (1964)]
III-1-3
|
20467 |
vrouwziek |
dolle jochem:
Vrouwenjager.
unnen dölle Joochem (L289p Weert),
ficks, een -:
Vrouwenjager.; cf. D.-N. s.v. "ficken"en "Fick"(naaien, neuken, vogelen; nummertje (paring)
unne fiks (L289p Weert),
hengstig:
hingstig (L289p Weert),
ketser:
cf. WNT s.v. "ketsen (II)"= "jagen, aan-, op-, voortjagen"; WNT s.v. "ketser (II)"looper, zwierder, nachtlooper....
ketsert (L289p Weert),
scherp:
scherrep (L289p Weert),
spitsgemaakte, een -:
Vrouwenjager.
unne spitsgemaakdje (L289p Weert),
veger:
vaeger (L289p Weert, ...
L289p Weert)
|
meisjesgek || vrouwziek [keeterig] [N 10C (zj)]
III-2-2
|
24515 |
vrucht zetten |
aanzetten:
± WLD
aanzette (L289p Weert),
spenen:
speene (L289p Weert)
|
Vruchten vormen, vrucht zetten (spenen, laden). [N 82 (1981)] || vruchtvormen
III-4-3
|
33681 |
vruchtbare grond |
goede grond:
gōi̯ǝ gront (L289p Weert),
wasbare grond:
wasbǝn grōnt (L289p Weert)
|
Grond van een dergelijke samenstelling dat de groei van de geteelde gewassen er gunstig door wordt beïnvloed en die gunstig reageert na bemesting. Goede grond die geschikt is voor de teelt. [N 27, 28; N 27, 29; N 27, 30]
I-8
|
21584 |
vruchtgebruik |
vruchtgebruik:
vruchtgebroeek (L289p Weert),
vruchtgebroek (L289p Weert)
|
het recht om levenslang gebruik te maken van een anders goed [tocht, bij leven] [N 89 (1982)] || hoe heet het levenslang vruchtgebruik van een goed bv. van een huis ? [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
20184 |
vruchtvlies |
helm:
hellem (L289p Weert)
|
Vlies waarin het ongeboren kind zich bevindt (helm). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
24965 |
vuil in sloten |
drijfsel:
driefsel (L289p Weert)
|
vuil, stro of zeewier in sloten of tegen dijken [geffeling, eek, vlot, lies, drift, geffel, gaf, bras, reek, deek] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24966 |
vuil waterx |
vuil water:
voul water (L289p Weert),
vôèl wááter (L289p Weert)
|
vuil water [mooswater, getwater] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
17658 |
vuist |
vuist:
voe.st (L289p Weert),
voe:st (L289p Weert),
voeest (L289p Weert),
vouëst (L289p Weert)
|
vuist [N 10 (1961)]
III-1-1
|