e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

Gevonden: 7826
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brokkelhoef weke voeten: wē̜i̯kǝ vø̄t (Weert) Een hoef met wanden die zeer bros zijn en gemakkelijk afbrokkelen. In de hoornwand zijn kloven. Als het paard moet beslagen worden, is het moeilijk de ijzers goed vast te nagelen. [N 8, 90u] I-9
brommen, zoemen van een insect brommen: bromme (Weert) brommen [SGV (1914)] III-4-2
brompot brombeer: unne brombèr (Weert) Hoe heet iemand die zijn kwade luim toont met binnensmonds mompelen? [ZND 22 (1936)] III-3-1
bromtol bromkernel: Slechts één en dezelfde naam.  bromkernel (Weert, ... ), Weert, Hushoven, Boshoven, Vrakker  brŏmkernel (Weert), bromtol: bromtol (Weert), zoemkernel: Weert, Hushoven, Boshoven, Vrakker  zŏĕmkernel (Weert) Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt. I. als deze van hout en door een timmerman was gemaakt? [DC 24 (1953)], [DC 24 (1953)] || Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt. II. als deze van blik en bontgekleurd is? [DC 24 (1953)] III-3-2
bron bron: bron (Weert, ... ), brǫn (Weert), wel: wel (Weert, ... ) bron [SGV (1914)] || bron, natuurlijke opening in de grond waar water uit de grond opwelt [kwel, wel] [N 81 (1980)] || Natuurlijke opening in de grond waar water uit opwelt. [S 5; L 1a-m; L 22, 26; N 5A(I] I-8, III-4-4
bronstig breustig: brø̄stex (Weert) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.] I-12
brood brood: broe-ed (Weert), broeed (Weert), broet (Weert), brout (Weert), brôêt (Weert) brood [DC 03 (1934)], [RND] III-2-3
broodje kadetje: kedet’je (Weert), pistolet: Fr. pistolet Verklw. pisteleeke  pistelee (Weert), schietspoel: Verklw. scheetspeulke  scheetspool (Weert) broodje || klein broodje met deuk || langwerpig broodje III-2-3
broodmes broodmes: broidmes (Weert), brōōadmes (Weert) mes waarmee brood wordt gesneden [N 20 (zj)] III-2-1
broodoven oven: ōvǝ (Weert), ūvǝ (Weert) De diverse vragen vroegen in het algemeen naar "de oven" en niet specifiek naar "de broodoven" afgezien van N 29, 1a. Het merendeel van de antwoorden slaat op de oven aan huis of op de boerderij. Meer specifieke ovens zullen in de bakkerij gebouwd zijn. De königswinteroven is een oven gemaakt van grote blokken steen afkomstig uit königswinter. De vloer bestaat uit twee grote blokken. Deze oven is voorzien van drie kanalen (pijpen) die boven het gewelf zijn aangebracht. Kanalen voeren de rook van achter de oven boven over het gewelf naar voren waardoor de trek van het vuur veel beter regelbaar wordt gemaakt (z. wbd ii afl. 1 blz. 62). [N 29, 1a; N 5, 135; RND, 57; S 27; Wi4; L 12, 8; L 40, 13b; L 40, 14; L A 2, 277; monogr.] II-1