e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Well

Overzicht

Gevonden: 1884
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
buurman buurman: burman (Well) buurman [SGV (1914)] III-3-1
buurt buurt: burt (Well) buurt (in de ~) [SGV (1914)] III-3-1
buurten buurten: burte (Well) buurten (wij gaan ~) [SGV (1914)] III-3-1
cavalier vrijer: vrijer (Well) Cavelier [SGV (1914)] III-3-1
center center: sęntǝr (Well) Elk van de twee spitse, kegelvormige middenpunten in de vaste en de losse kop van de draaibank waartussen het werkstuk tijdens het draaien op zijn plaats gehouden en gecentreerd wordt. Voordat het werkstuk tussen de centers wordt geklemd, wordt eerst met behulp van een doorslag in het middenpunt van de beide voorvlakken ervan een trechtervormig groefje aangebracht. [N 33, 227; monogr.] II-11
centerboor, schijfboor centerboor: sęntǝrbō̜r (Well) Boorijzer waarvan de schacht uitloopt in een centreerpunt met daaromheen één of meer voorsnijders of beiteltjes. De centerboor wordt gebruikt om snel en zuiver grote, cirkelvormige gaten te vervaardigen en om schijven uit plaatmateriaal te boren. Zie ook afb. 112. [N 33, 126; N 33, 148; N 33, 145; monogr.] II-11
centerpons körner: kø̜rnǝr (Well) Stalen stift met kegelvormige punt die dient om een uitholling in plaatmateriaal aan te brengen. De centerpons wordt vooral gebruikt om het middelpunt van een te boren gat aan te tekenen. Zie ook afb. 52. [N 33, 262; monogr.] II-11
cervelaatworst droogworst: drûûgwors (Well), metworst: metwors (Well) droogworst [N 06 (1960)] III-2-3
chagrijn chagrijn: sàgrien (Well) chagrijn [SGV (1914)] III-1-4
cichorei suikerij: soekerei (Well) cichorei [SGV (1914)] III-2-3