e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Well

Overzicht

Gevonden: 1884
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
keel, strot keel: kèl (Well), kêl (Well), strot: strö:t (Well), ströt (Well), Vooral inwendig.  streut (Well) keel (uitwendig) (strot) [DC 01 (1931)] || strot [RND], [SGV (1914)] III-1-1
keelpijn keelpijn: kɛəlpin (Well) keelpijn [RND] III-1-2
keerklossen keerklossen: keerklossen (Well) Klampen die op de roeden tegen de askop worden vastgespijkerd om te voorkomen dat de roeden door de asgaten zakken. Volgens een invuller uit l 289 gebeurt dit alleen bij houten roeden. [N O, 3f; A 42A, 78; N O, 3d] II-3
kegels (mv.) kegels: mitə kɛgəls wɛrtər nimɛr gəspölt (Well) met de kegels wordt er niet meer gespeeld [RND] III-3-2
kelder kelder: kēͅldər (Well) kelder [RND] III-2-1
kennen kennen: kĕnne (Well) kennen [SGV (1914)] III-1-4
kerel kerel: kĕl (Well), kɛl (Well) kerel [RND], [SGV (1914)] III-3-1
kerk kerk: kärk (Well) kerk [SGV (1914)] III-3-3
kerkhof dodenkerkhof: dôêje kerkhof (Well) Kerkhof [kirkuf, doeje kirkuf]. [N 06 (1960)] III-3-3
kerkwaarts naar de kerk: noa de kĕrk (Well) kerkwaarts [SGV (1914)] III-3-3