e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Well

Overzicht

Gevonden: 1884
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meerderjarig mondig: mŭndig (Well) mondig [SGV (1914)] III-2-2
meester meester: meister (Well), mɛistər (Well) (school)meester [RND] || meester [SGV (1914)] III-3-1
meid, dienstmeid maagd: māt (Well), meid: mɛi̯t (Well) Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.] I-6
meidoorn timpelteer: teempeltêr (Well) haagdoorn [SGV (1914)] III-4-3
meikever meikegel: meikêgel (Well) meikever [SGV (1914)] III-4-2
meisje deern: dèn (Well, ... ), maagdje: mechje (Well) meisje [SGV (1914)] || meisje; (Zijn er verschillende namen voor kinderen van verschillende leeftijden?) [DC 05 (1937)] III-2-2
meisje met wie een jongen verkering heeft meid: meid (Well, ... ) Hoe noemt men het meisje met wie men verkeering heeft? (Hoe noemt men haar, wanneer men met haar verloofd is?) [DC 05 (1937)] III-2-2
melk melk: męlk (Well), mɛlk (Well), mɛlǝk (Well), romen: ruǝmǝ (Well), rō.ǝmǝ (Well), rōmǝ (Well) De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.] I-11
melk zeven zijen: zei̯ǝ (Well) De melk door een doek, zeef of filter laten vloeien om de melk te zuiveren van onbruikbare of verontreinigende stoffen of bestanddelen. [S 46; Wi 30; monogr.; add. uit N 12, L 324] I-11
melkboer melkboer: mɛləkbu.r (Well), romenkar: ruəməkar (Well) melkboer [RND] III-3-1