e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meetlint lintmeter: lęjntmęjtǝr (Wellen) Een oprolbaar ¬± 150 cm lang meetlint, vervaardigd van linnen en inwendig van koperdraad voorzien om het rekken of krimpen tegen te gaan (Gerritse, pag. 21). Zie afb. 2. [N 59, 2; N 62, 69] II-7
mei mei: de mei (Wellen) de tak, struik of vlag die geplaatst wordt op huizen in aanbouw [N 112 (2006)] III-3-2
meid, dienstmeid maagd: māx (Wellen), mǭx (Wellen) Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.] I-6
meidoorn doornenhaag: zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd  djaonehaag (Wellen), hagendoorn: zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd  hōgədjoi̯n (Wellen), hōͅgədjōi̯n (Wellen), zie ook ZND24, 039a/b, apart ingevoerd  hâgedjoon (Wellen), hâgedoon (Wellen) haag- of meidoorn, met rode bloemen [ZND 24 (1937)] || haag- of meidoorn, met witte bloemen [ZND 24 (1937)] || haagdoorn [ZND 01 (1922)] III-4-3
meikever kever: ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005;  kèver (Wellen), mulder: ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005;  molder (Wellen) meikever [ZND 01 (1922)] III-4-2
meisje meidje: klee mètske (Wellen), kléjn métskə (Wellen), meetske (Wellen), mètske (Wellen), métske (Wellen) klein meisje [ZND 11 (1925)] || meisje [ZND 01 (1922)], [ZND 11 (1925)] III-2-2
meisje met wie een jongen verkering heeft meidje: metske (Wellen) het meisje met wie men verkering heeft [parmeteit, meid, fem, frul, caprice] [N 115 (2003)] III-2-2
meisjeshemd mdchenshemd: metskeshimme (Wellen) Meisjesondergoed, meisjeshemd [N 114 (2002)] III-1-3
meisjesmuts met afhangende strook capeline (fr.): kaplin (Wellen) capeline: kapje als hoofddeksel op een regenmantel; schouderkapje III-1-3
mekkeren bleken: blē̜kǝ (Wellen), meken: mēkǝ (Wellen) Geluid voortbrengen, gezegd van de geit. [N 19, 76b; monogr.] I-12