e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tochtig redig: rix (Wellen, ... ), rīx (Wellen), ritsig: retsex (Wellen, ... ), willig: welex (Wellen), welǝx (Wellen) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de geit. [N 19, 70b; N 77, 95; JG 1b; N C, 4c; S 52, L 378 add.; monogr.] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de koe. [N 3A, 29; N C, 4a; JG 1a, 1b; Gwn V, 3; monogr.; add. uit N 3A, 21; N 3A, 9b] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 70a; N C, 4b; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-11, I-12
toebinden toebinden: tǫwbe̜̜ŋǝ (Wellen) De meelzak met behulp van een touw dichtbinden. [Grof 188] II-3
toegangsprijs inkomprijs: den è:nkomprè-s is enne frank (Wellen) De toegangsprijs is een frank. [ZND 36 (1941)] III-3-1
tollen ronddraaien: ronddreijen (Wellen) Tollen: draaien als een tol (trijzelen, tollen, kokkerellen, (rond)draaien) [N 108 (2001)] III-1-2
tomaat tomaat: tomatə (Wellen), təmat (Wellen) [ZND 34 (1940)]tomaten (pl) [Goossens 1b (1960)] I-7
ton, maat van 1000 liter mud: groote kruik"(bier kolen = 50 kilo.  meut (Wellen) mud [ZND m] III-4-4
tondel kets: keͅts (Wellen), vuurslag: vyrslōͅx (Wellen), wiek: mv. ~\\  wii̯k (Wellen) ontvlambaar materiaal in de tondeldoos [N 20 (zj)] || slagpen, stalen ~ en vuursteen in de tondeldoos te zamen (ketsgetuig) [N 20 (zj)] III-2-1
tondeldoos tondeldoos: toͅndəldoͅu̯s (Wellen) tondeldoos, koperen huls gevuld met licht ontvlambaar materiaal (tintelton, tinteldoos) [N 20 (zj)] III-2-1
toneelspel komedie: komeide (Wellen) een voorstelling door een toneelgroep [spel] [N 112 (2006)] III-3-2
tonen laten zien: loewete zin (Wellen) Tonen, laten zien (laten zien, tonen, togen) [N 108 (2001)] III-1-1