24255 |
tochtig |
redig:
rix (Q078p Wellen, ...
Q078p Wellen),
rīx (Q078p Wellen),
ritsig:
retsex (Q078p Wellen, ...
Q078p Wellen),
willig:
welex (Q078p Wellen),
welǝx (Q078p Wellen)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de geit. [N 19, 70b; N 77, 95; JG 1b; N C, 4c; S 52, L 378 add.; monogr.] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de koe. [N 3A, 29; N C, 4a; JG 1a, 1b; Gwn V, 3; monogr.; add. uit N 3A, 21; N 3A, 9b] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 70a; N C, 4b; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-11, I-12
|
26525 |
toebinden |
toebinden:
tǫwbe̜̜ŋǝ (Q078p Wellen)
|
De meelzak met behulp van een touw dichtbinden. [Grof 188]
II-3
|
21565 |
toegangsprijs |
inkomprijs:
den è:nkomprè-s is enne frank (Q078p Wellen)
|
De toegangsprijs is een frank. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
17859 |
tollen |
ronddraaien:
ronddreijen (Q078p Wellen)
|
Tollen: draaien als een tol (trijzelen, tollen, kokkerellen, (rond)draaien) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
33594 |
tomaat |
tomaat:
tomatə (Q078p Wellen),
təmat (Q078p Wellen)
|
[ZND 34 (1940)]tomaten (pl) [Goossens 1b (1960)]
I-7
|
25267 |
ton, maat van 1000 liter |
mud:
groote kruik"(bier kolen = 50 kilo.
meut (Q078p Wellen)
|
mud [ZND m]
III-4-4
|
19583 |
tondel |
kets:
keͅts (Q078p Wellen),
vuurslag:
vyrslōͅx (Q078p Wellen),
wiek:
mv. ~\\
wii̯k (Q078p Wellen)
|
ontvlambaar materiaal in de tondeldoos [N 20 (zj)] || slagpen, stalen ~ en vuursteen in de tondeldoos te zamen (ketsgetuig) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19542 |
tondeldoos |
tondeldoos:
toͅndəldoͅu̯s (Q078p Wellen)
|
tondeldoos, koperen huls gevuld met licht ontvlambaar materiaal (tintelton, tinteldoos) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
22658 |
toneelspel |
komedie:
komeide (Q078p Wellen)
|
een voorstelling door een toneelgroep [spel] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
17727 |
tonen |
laten zien:
loewete zin (Q078p Wellen)
|
Tonen, laten zien (laten zien, tonen, togen) [N 108 (2001)]
III-1-1
|