e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitspannen uitspannen: ǭǝ.tspanǝ (Wellen) Het paard losmaken van de kar of het werktuig waarin of waaraan het gespannen is. Bij het uitspannen uit een kar met berries worden de draagriem, de brede buikriem en de strengen losgemaakt. Vervolgens wordt het paard naar de stal geleid. [JG 1b, 2c; N 8, 98b; monogr.] I-10
uitstekende delen van de trekschei ang: (Wellen), scheikoppen: sxē̜i̯køp (Wellen) De delen van de trekschei waaraan de strengen bevestigd worden. [N 17, 25b; N G, 58c] I-13
uitwerpselen stront: stront (Wellen) uitwerpselen [N 10c (1995)] III-1-1
uitwijken afzetten: ǭf˲zętǝ (Wellen) Als de weg smal is en er komt van de tegenovergestelde zijde een kar af, dan zullen beide voertuigen moeten uitwijken. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
unster pondel: pungel (Wellen), unster: ən unster (Wellen) De Romeinse balans, bestaande uit een stok waarover een gewicht heen en weer geschoven wordt. [ZND 33 (1940)] III-3-1
urine pis: piejes (Wellen), zeik: (zeik) (Wellen) urine [N 10c (1995)] III-1-1
urineren pissen: pisse (Wellen), zeiken: (zeike) (Wellen) urineren [N 10c (1995)] III-1-1
vaalbonte koe blauw (bijvgl. nmw.): bløu̯ (Wellen) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 131b] I-11
vaandel drapeau (fr.): drapeau (Wellen) de aan de stok gedragen doek met de kleuren of emblemen van een vereniging of gilde [vaandel, vendel, vaan] [N 112 (2006)] III-3-2
vaars jaarling: yrlē.ŋk (Wellen), yǝrle.ŋk (Wellen), vaars: vi̯as (Wellen), vi̯ās (Wellen), vaarsje: vi̯askǝ (Wellen) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11