e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

Gevonden: 4045
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gereedschap waarmee men de darmen schoonmaakt wisje: wi-jǝskǝ (Wellen) Behalve de voorafgenoemde gereedschappen ''mes'', ''lepel'', ''balein'' en ''(haar)speld'' (zie de desbetreffende lemmata) gebruikt men nog verschillende andere middelen om de darmen schoon te maken. In ieder geval moeten de voorwerpen bot zijn, omdat een scherp gereedschap de darm gemakkelijk zal beschadigen. [N 28, 118] II-1
geren geren: gęjǝrǝ (Wellen) Stof schuin laten uitlopen of spits uitlopende stroken aanbrengen om het kledingstuk ruimer te maken. [N 59, 187; N 62, 11b; N 62, 11a; S 10] II-7
gerieflijk gerieflijk: e geriefelek hous (Wellen) Gerieflijk huis. [ZND 35 (1941)] III-1-4
geronnen melk geronnen melk: gǝrǫnǝ mɛlǝk (Wellen), mat: mat (Wellen) Melk die door het lange staan dik en zuur is geworden. [L 2, 7; A 7, 15; monogr.] I-11
gerst gerst: gā.s (Wellen) Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.] I-4
gerstebier gerstebier: gāstəbier (Wellen), gâ-stebier (Wellen) gerstenbier [ZND 24 (1937)] III-2-3
geschiedenis geschiedenis: ən gəschiedənis vərtèllə (Wellen), vertelseltje: e vertèlselke vertèlle (Wellen) Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)] III-3-1
geslacht familie: femöle (Wellen) de gezamenlijke afstammelingen van een gemeenschappelijke stamvader, geslacht [natie, familie] [N 115 (2003)] III-2-2
geslachtsgemeenschap hebben vogelen: i.e. vogelen.  vouwgele (Wellen) geslachtsgemeenschap uitoefenen [N 10C (zj)] III-2-2
geslachtsrijpe koe vaars: vi̯as (Wellen) Jong rund dat oud genoeg is om gedekt te worden. [N 3A, 23] I-11