e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellerlooi

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
opdoeken toebinden: toebinden (Wellerlooi) Een doek onder de korf steken. De uiteinden van de doek worden met pinnetjes of oognagels vastgezet aan de korfwand. Hierdoor verhindert men het wegvliegen van de bijen tijdens het reizen. [N 63, 104a; JG 2b-5, add.; monogr.] II-6
open broed open broed: ōpǝ brut (Wellerlooi), vuilbroed: vølbrut (Wellerlooi) Broed dat nog niet afgesloten of verzegeld is. De toekomstige bij zit dan nog in het stadium van ei en larf. [N 63, 25a; N 63, 20a; N 63, 22c] II-6
ophouden met het werk ophouden: ophalde (Wellerlooi) ophouden (m.h. werk) [SGV (1914)] III-1-4
opmaken opmaken: oͅpgəmakt (Wellerlooi), xɛlt opgəmakt (Wellerlooi) geld opdoen (opmaken) [RND] III-3-1
opper opper: øpǝr (Wellerlooi) De grootste soort hooihoop in het veld. [N 14, 112 en 111 add.; JG 1a, 1b, 2c; A 10, 20; A 16, 3b; A 42, 20b; L 38, 38b; monogr.] I-3
oprispen keuken: köke (Wellerlooi) oprispen [SGV (1914)] III-1-2
opspijlen opspijlen: opspilǝ (Wellerlooi) De korf van spijlen voorzien. Zie ook het lemma Verstevigingsspijlen. [N 63, 7a] II-6
optillen heffen: höffe (Wellerlooi), opheffen: òphèùfə (Wellerlooi) heffen, tillen [SGV (1914)] || optillen [RND] III-1-2
optissen suizen: zūzǝ (Wellerlooi) Het maken van geluid door de bijen als men de korf of kast opent. [N 63, 72] II-6
opzettelijk expres: ëspres (Wellerlooi) expres [SGV (1914)] III-1-4