e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellerlooi

Overzicht

Gevonden: 1874
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duivin, vrouwelijke duif duif: dōēf (Wellerlooi) wijfjesduif [SGV (1914)] III-4-1
duizelig duizelig: duuzzelig (Wellerlooi) duizelig [SGV (1914)] III-1-2
durven durven: dörve (Wellerlooi) durven [SGV (1914)] III-1-4
duwen duwen: douwə (Wellerlooi), dowwe (Wellerlooi) duwen [RND], [SGV (1914)] III-1-2
dwarsbouwers dwarsdrijvers: (enk)  dwasdrīvǝr (Wellerlooi), dwarswerkers: (enk)  dwaswęrkǝr (Wellerlooi) Bijen die dwars of kruisgewijze door de korf heen bouwen. [N 63, 17d; N 63, 17c] II-6
dwarsdrijven warsdrijven: wersdrieven (Wellerlooi) dwarsdrijven [SGV (1914)] III-1-4
dwarsdrijver warsdrijver: wersdriever (Wellerlooi) dwarsdrijver [SGV (1914)] III-1-4
dweil dweil: dwēͅl (Wellerlooi) grove doek waarmee vloeren, stoepen, etc samen met water worden schoongemaakt [DC 15 (1947)] III-2-1
dweilen dweilen: dwēͅlə (Wellerlooi), dweͅi̯lə (Wellerlooi) stenen of houten vloeren, stoepen, etc. met behulp van water en een grove doek schoonmaken [DC 15 (1947)] III-2-1
echtgenoot mens: meensch (Wellerlooi) [haar ~ en haar kinderen] [SGV (1914)] III-2-2