20414 |
peetoom |
peteren:
pètere (Q113a Welten, ...
Q113a Welten)
|
peetoom (de oom naar wien iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] || peter (de man, wiens naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20415 |
peettante |
paat:
paat (Q113a Welten, ...
Q113a Welten)
|
meter (de vrouw, die het kind ten doop houdt en wier naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] || peettante (de tante naar wie iemand genoemd is) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20842 |
peper |
peper:
pèper (Q113a Welten)
|
peper [DC 03 (1934)]
III-2-3
|
17911 |
persen |
trampelen:
trampǝlǝ (Q113a Welten)
|
Het maken van uitdrijvende bewegingen, gezegd van de koe die gaat kalven. [N 3A, 47]
I-11
|
19547 |
petroleumlamp |
pètroles-lamp:
pətroͅlslamp (Q113a Welten)
|
petroleumlamp
III-2-1
|
24224 |
piepen |
sjtielpen:
štilpǝ (Q113a Welten)
|
Geluid voortbrengen, gezegd van een jonge kip. [N 19, 48; monogr.]
I-12
|
17991 |
pijn |
pijn:
pieng (Q113a Welten)
|
mijn voeten doen mij erg zeer [DC 03 (1934)]
III-1-2
|
24225 |
pimpelmees |
pimpelmees:
pumpelmees (Q113a Welten)
|
Hoe heet de pimpelmees? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
17670 |
pink |
pink:
peŋk (Q113a Welten)
|
Eénjarig kalf, onverschillig van welk geslacht, dat nog alle melktanden heeft. [N C, 9b en 8; monogr.; add. uit N 3A, 15 en 20]
I-11
|
24364 |
pissebed |
wild varken:
oniscus asellus/oniscus murarius (=ZND 18)
wild verke (Q113a Welten)
|
pissebed, keldermot [GV K (1935)]
III-4-2
|