21006 |
prei |
breedloof:
breedloof (Q113a Welten)
|
[DC 13 (1945)]
I-7
|
19057 |
raar, vreemd |
raar:
ráár (Q113a Welten)
|
raar [DC 02 (1932)]
III-1-4
|
19977 |
rammelaar |
rammelaar:
rĕmmelèr (Q113a Welten)
|
konijn, mannetje [DC 04 (1936)]
III-2-1
|
33207 |
rapen |
rapen:
rǭpǝ (Q113a Welten)
|
De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d]
I-5
|
25181 |
regenboog |
regenboog:
raegebaog (Q113a Welten)
|
regenboog [weerteken] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25183 |
regenen (alg.) |
regenen:
raegene (Q113a Welten)
|
regenen [sausen, majemen] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
24308 |
regenworm |
piering:
Veldeke
pierink (Q113a Welten),
worm:
Veldeke
enne worm (Q113a Welten)
|
regenworm, aardwom, bekende paarskleurige worm die bij spitten en ploeten of bij regen voor de dag komt [pier, pieroas, piering, pierewörm, dauwworm] [N 26 (1964)] || worm in het algemeen [pier, piering, pierik] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
34616 |
rem van de wagen |
mechaniek:
nikǝnek (Q113a Welten)
|
De rem komt vrijwel alleen voor bij de wagen. Er bestaan verschillende systemen. Essentieel hierbij is echter dat steeds een remblok tegen de rond de velg van het wiel bevestigde metalen band kan schuren. De informant van Q 099q vermeldt het volgende: "Vroeger werd de rem door middel van een zwengel aangedraaid. Thans wordt de rem in werking gesteld door een ijzeren hefboom. Deze ijzeren staaf heeft aan het losse uiteinde een ketting, die vastgemaakt wordt aan een haak, welke zich bevindt aan de zijkant van de karbak. Het is dus een vereenvoudiging, de zwengel is vervangen door een hefboom.". De respondent van P 48 omschrijft de wagenrem als een "blok met ketting aan as om te remmen. [N 17, 40 + 44j + 49 + 50b + 99 + add; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2c; monogr.]
I-13
|
21358 |
rente |
cijnzen:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
cinse (Q113a Welten)
|
Rente [intrest?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
24230 |
restant vogels |
jonge meerlingen:
jonge mèling (Q113a Welten),
jonge spreeuwen:
jong spriëve (Q113a Welten),
melingswijfje:
mèlingswiefke (Q113a Welten)
|
jong van de merel [DC 06 (1938)] || jong van de spreeuw [DC 06 (1938)] || vrouwelijke merel [DC 06 (1938)]
III-4-1
|