e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wessem

Overzicht

Gevonden: 834
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dinsdag dinsdag: dinsdaag (Wessem) dag; dinsdag [N 07 (1961)] III-4-4
dissel dissel: desǝl (Wessem), distelboom: destǝlbǫu̯m (Wessem) Een (korte of lange) boom of balk die aan het voorste asblok van de driewielige kar, de boomwagen of de wagen bevestigd is. De bespanning van de paarden wordt aan deze balk bevestigd. Naargelang de lengte onderscheidt men de korte of kromme dissel (meestal te vinden bij de driewielige kar en de boomwagen), waaraan ten hoogste twee paarden ingespannen konden worden en de lange dissel (meestal te vinden bij de wagen), waaraan twee of meer paarden ingespannen konden worden. De woordtypen die via een attribuut √©√©n van deze twee disseltypen aanduiden zijn samengebracht op het einde van het lemma. [N 17, 44a + 50b; N G, 70i-j; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2b; A 27, 19 + 21 + 22a; Lu 5, 19 + 21 + 22a; Wi 15; R 3, 93; L 33, 32; monogr.] I-13
doffer, mannelijke duif hoorn: hoare (Wessem) een mannelijke duif (doffer, kebber, kipper, horen, duivcer) [N 83 (1981)] III-4-1
donker, duisterx duister: duuster (Wessem) donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)] III-4-4
dons, nestveren vlughaar: vluughoar (Wessem) het haar van jonge vogels die nog geen veren hebben (stapveren, duivelshaar, paddehaar) [N 83 (1981)] III-4-1
dood (bn.) dood: dôêt (Wessem) dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
doodskist doodskist: doatskist (Wessem, ... ) doodskist; hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd [DC 23 (1953)] || Hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd? [DC 23 (1953)] III-2-2, III-3-3
dooier doren: dūǝrǝ (Wessem) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
doopjurkje doopkleed: dö.ypklɛ.it (Wessem) doopkleed [RND] III-3-3
doopvont doopvont: dö.ypfunt (Wessem) doopvont [RND] III-3-3