e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijchmaal

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
weduwe weef: weef (Wijchmaal) weduwe [ZND 08 (1925)] III-2-2
weduwnaar wevenaar: wevenair (Wijchmaal) weduwnaar [ZND 08 (1925)] III-2-2
weefsel, stof goed: goed (Wijchmaal), stof: stŏĕf (Wijchmaal) de stof (het goed) [ZND 07 (1924)] III-1-3
weerlichtx weerlicht: wèrlicht (Wijchmaal) weerlichten [ZND 21 (1936)] III-4-4
weersgesteldheid weer: wēer (Wijchmaal) (vuil, slecht) weer [ZND 08 (1925)] III-4-4
wei dries: dris (Wijchmaal), wei: (Wijchmaal), wē̜ (Wijchmaal, ... ), (Wijchmaal) Dunne, zoete vloeistof die, na de afscheiding van de kaasstof, van de melk overblijft. [L 27, 30 en 31; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 7, 15, 27 en 28; L 2, 7; A 9, 15a en 15b; S 15; Ge 22, 65 en 128; monogr.] || In het algemeen een stuk weiland of grasweide waar het vee graast. Bedoeld is een niet-omheinde weide. [N 14, 50a; N 14, 50b; N 5AøIIŋ, 76d; N 5AøIIŋ, 76e; N M 4a; L 19B, 2a!; L A2, 430; L 4, 40; L 32, 45; JG 1b, 1d, 2c; A 10, 3; A 3, 40; RND 20; Wi 4; R; S 43; Vld.; N 14, 129 add.; monogr.] I-11, I-8
welkom welkom: hēi is ie altij willekom (Wijchmaal) Hier is hij altijd welkom. [ZND 08 (1925)] III-3-1
wentelploeg melotteploeg: mǝlǫt[ploeg] (Wijchmaal) Een wentelploeg is een karploeg met tenminste twee ploeglichamen, die - boven elkaar aan de ploegboom bevestigd - elkaars spiegelbeeld vormen en bij het keren samen met de ploegboom 180¬∞ worden gedraaid. Aan de boom van zulk een ploeg zitten gewoonlijk ook twee kouters en twee voorscharen. Vroeger kon de wentelploeg ook een voet- of radploeg zijn. Omdat de ploegboom van een dergelijke ploeg niet in zijn geheel gedraaid kon worden, was het dubbele ploeglichaam draaibaar bevestigd aan het achterstuk van de ploegboom. Dit type wentelploeg heet achterwentelaar of staartwentelaar. Een voet- of radploeg met een ploeglichaam dat onder de ploegboom door gewenteld kan worden, wordt wel onderwentelaar genoemd. [JG 1b + 1b; JG 2a-1, 6 ; JG 2b-4, 1; N 11, 30; N 11A, 71 + 72 + 73; N J, 10 add.; N 27, 14 + 15 add.; A 27, 24 add.; monogr.] I-1
werkdaagse hoed `s werkdaagse hoed: mijne ’s werkdaagschen (Wijchmaal) mijn werkdaagse hoed [ZND 08 (1925)] III-1-3
werkdag werkdag: mijne ’s werkdaagschen (Wijchmaal) mijn werkdaagse hoed [ZND 08 (1925)] III-3-1