e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q104p plaats=Wijk

Overzicht

Gevonden: 961
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
halve gulden halve gulden: unne haave gölden (Wijk), unne have gulde (Wijk) halve gulden, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1
halve stuiver gasknab: unne gaasknap (Wijk), twee en een halve cent: twie enne haave sent (Wijk) halve stuiver, een 2 1/2 centstuk [lap, sjoe, groot, flapsent, bokkestuiver, grote cent, plak, bots, vierduitstuk?] [N 21 (1963)] III-3-1
halve-centstuk halve cent: unne haave sent (Wijk), halve, een ~: unne have (Wijk) halve-centstuk, een ~ [senske?] [N 21 (1963)] III-3-1
handen (kindernamen) handjes: hennekes (Wijk) hand: kinderwoorden (pol, polleke, poeleke] [N 10 (1961)] III-1-1
handen (spotnamen) fikken: fikke (Wijk), jatten: jatte (Wijk), klauwen: klauwe (Wijk), poten: puu (Wijk) [N 10 (1961)] III-1-1
handgeld handgeld: handgeld (Wijk, ... ) eerste geld dat iemand ontvangt voor zijn waren [handsgeld?] [N 21 (1963)] III-3-1
handpalm palm: palm (Wijk) palm van de hand [N 10 (1961)] III-1-1
handschoen haas: haejse (Wijk, ... ), hijse (Wijk), hése (Wijk) handschoenen, met vier vingers en een duim [vingerwante, haase, hejse] [N 23 (1964)] III-1-3
handschoen zonder vingers haas zonder vingers: haejse zonder vinger (Wijk) wanten of handschoenen die de vingers onbedekt laten [meténtjes] [N 23 (1964)] III-1-3
hangslot hangslot: hangsloot (Wijk) hangslot [N 07 (1961)] III-2-1