e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijk

Overzicht

Gevonden: 961
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onzevader paternoster: de Pater Noster (Wijk), vaderons: Vader-ons (Wijk) Het door de priester gezongen Pater Noster, het Onze Vader. [N 96B (1989)] || Het gebed "Onze Vader", "Pater noster"[Vadder-óns, Vadder-ónzer, noster]. [N 96B (1989)] III-3-3
onzevaderkralen dikke kralen: dikke kralle (Wijk) De Onze-Vaderkralen (6 stuks). [N 96B (1989)] III-3-3
op bedevaart gaan op bedeweg gaan: op beijweeg goon (Wijk) Bedevaart doen [ne gank doon]. [N 06 (1960)] III-3-3
op de markt verkopen op de markt verkopen: op de mert gaon verkaopen (Wijk) verkopen, goederen op de markt gaan ~ [N 21 (1963)] III-3-1
op retraite gaan op retraite (fr.) gaan: op retrait goon (Wijk) In retraite gaan, in retraite zijn. [N 96B (1989)] III-3-3
openbare verkoop uitverkoop: oetverkoap (Wijk), oetverkòòp (Wijk), veiling: ’n veiling (Wijk), verkoop: verkòòp (Wijk) openbare verkoping van goederen, huisraad vooral [koopdag, uitroep?] [N 21 (1963)] || openbare verkoping van onroerende goederen [N 21 (1963)] III-3-1
openbroek met linten broek: brook (Wijk), klepbroek: klèpbrook (Wijk) vrouwen (onder)broek (vero) met zijsplitten en voorzien van linten in de pijpband waarmee de kousen worden vastgemaakt [boks] [N 25 (1964)] III-1-3
opklaren opklaren: opkláoren (Wijk), optrekken: optrekken (Wijk), zich klaren: ⁄t klèùrt zich (Wijk) opklaren, helder worden [op-, doorweere, optrekken, afzomen, zich klaren, opklaren] [N 22 (1963)] III-4-4
opperhuid opperhuid: opperhèùd (Wijk) opperhuid [N 10 (1961)] III-1-1
oprispen boeren: bōēre (Wijk) oprispen, een boertje laten [beuke, bulke, opgeure, opbotte] [N 10a (1961)] III-1-2