e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijlre

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klompschoen trip: WNT: trip (I), 1) Houten zool met een riempje over de wreef 2) Lage klomp [...] 6) (Barg.) Schoen.  trieppe (Wijlre), triepə (Wijlre) Hoe noemt men deze voetbekleedsels, indien het bovengedeelte op de voet niet van hout, maar van leer is gemaakt ? [DC 15 (1947)] III-1-3
klonteren klonteren: klontere (Wijlre) klonteren; Hoe noemt U: Tot klonters koken, gezegd van b.v. pap (koeken, klonteren) [N 80 (1980)] III-2-3
klotsen van vloeistoffen klotsen: kalotse (Wijlre) het geluid dat vloeistoffen maken bij het golven en botsen van de golven tegen elkaar of tegen een wand [klotsen, kwatsen, palsen] [N 91 (1982)] III-4-4
klucht klucht: kluch (Wijlre) Een kort toneelstuk waarin een komisch geval uit het dagelijks leven op grappige wijze wordt behandeld [klucht, knod, stop, grauw]. [N 90 (1982)] III-3-2
knarsen scherp geluid maken: sjerp geluid make (Wijlre) een scherp, ongelijkmatig, schurend of malend, onaangenaam aandoend geluid voortbrengen [kniersen, knoersen, knarsen] [N 91 (1982)] III-4-4
knecht, algemeen knecht: knɛx (Wijlre), werklui (coll.): werǝklȳi̯ (Wijlre) [L 1, a-m; S 26; Wi 8; monogr.; add. uit S 6] I-6
kneden botter kneden: [botter] knē̜i̯ǝ (Wijlre), zuurmelk steken: zūrmęlǝk štē̜kǝ (Wijlre) De boter kneden om de melk, die zich nog tussen de boterdeeltjes bevindt, eruit te drukken. In sommige gebieden werd de boter tegelijkertijd gewassen. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [A 28, 7; L 1a-m; L 1u, 114; L 6, 7; L 22, 8; Ge 22, 8 en 69; R 3, 76 en 77; monogr.] I-11
knellen afknijpen: aofkniepe (Wijlre) Knellen: stijf drukken zodat daardoor een striem ontstaat (knellen, knijpen, duwen, wringen, klemmen). [N 84 (1981)] III-1-2
knellen, gezegd van schoenen pitsen: pitsje (Wijlre) drukken en daardoor pijn veroorzaken, gezegd van schoenen die te klein zijn [knellen, klemmen, drukken] [N 86 (1981)] III-1-3
kneu vinkje: vinkske (Wijlre), vlasvink: vlasvink (Wijlre) Hoe heet de kneu? [DC 06 (1938)] III-4-1