e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijlre

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schaars raar: raar (Wijlre), schaars: sjaars (Wijlre) op karige of krappe wijze [schaars, schriel] [N 91 (1982)] || schaars [DC 16 (1948)] III-4-4
schaats schaats: sjaatsə (Wijlre) Hoe noemt men de voorwerpen, bestaande uit een ijzer en een houten of metalen voetrust, die men onder de schoenen bindt om op het ijs te kunnen rijden? [DC 23 (1953)] III-3-2
schaatsen schaatsen: sjaatse (Wijlre) Zich voortbewegen op schaatsen [schaatsen, schaverdijnen]. [N 88 (1982)] III-3-2
schaduw, lommer scheem: sjie-əm (Wijlre), sjîêm (Wijlre) (de) schaduw [DC 23 (1953)] || schaduw (lommer) [RND] III-4-4
schaften ungeren: üngere (Wijlre) het werk onderbreken om te rusten [schaften, schaffen, poren] [N 85 (1981)] III-3-1
schafttijd ungeren: øͅŋərə (Wijlre) schafttijd [RND] III-3-1
schapestal, schaapskooi schaapsstal: šǭps[stal] (Wijlre) De stal, doorgaans een apart gebouw, waarin de schapen overnachten. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). Zie ook de plattegronden van de stallen in paragraaf 1.2. [L 38, 29; A 10, 9f; N 5, 105f; monogr.] I-6
schatten knoepen: WNT: knoepen, A) 2. Bij den hoop, ongeteld, koopen of verkoopen.  knuppe (Wijlre) het gewicht van iets schatten [koersen, prijzen] [N 89 (1982)] III-3-1
schede kut: küt (Wijlre) Schede: het buisvormige deel van de vrouwelijke geslachtsorganen dat toegang verleent tot de baarmoederhals, vagina (slot, foeter, keet, schede). [N 84 (1981)] III-1-1
schede van de koe schede: sxɛi̯ (Wijlre) Uitwendig geslachtsorgaan van de koe. [N C, 13; JG 1a, 1b; A 48A, 47b; monogr.] I-11