e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijlre

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
suikertante suikertant: soekertant (Wijlre), soekkertant (Wijlre) erftante (suikertante) [DC 05 (1937)] III-2-2
sukkelen sukkelen: sükkele (Wijlre) Sukkelen: aanhoudend ziek of niet gezond zijn, ziekelijk zijn (kwijpelen, plaaieren, op de sukkelbaan zijn, in het sukkelstraatje zijn). [N 84 (1981)] III-1-2
tabaksnerven tabaksstengels: toebaksstengele (Wijlre) tabaksnerven? [N 93 (1983)] III-3-2
tabakspruim sjiek: sjik (Wijlre) pruimtabak; Hoe noemt U: Een pluk tabak, om op te kauwen of op te zuigen (chique, sik, sjik, pruim, karot, keesje, rol) [N 80 (1980)] III-2-3
tabakssap zever: zèjver (Wijlre) Hoe noemt U: Vuil water in een pijp (smierk, nerrik) [N 80 (1980)] III-2-3
tafel tafel: taofel (Wijlre) tafel III-2-1
tak (alg.) tak: tek mv (Wijlre), takje: tekske (Wijlre) tak III-4-3
tak op ingezaaid land rijs: ris (Wijlre), wis: wø̜š (Wijlre) De tak, stok of bundel stro die men op de pas ingezaaide akkers plaatste om aan te geven dat deze niet betreden mochten worden door jagers en anderen. Voor streep, zie WNT s.v. in de betekenis "grensteken". [N M, 26; monogr.] I-4
tak van een geslacht familie: femilie (Wijlre) de tak van een geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)] III-2-2
takken (coll.) kroon: kroen (Wijlre) Alle takken samen (griend, kroon, gezwaai). [N 82 (1981)] III-4-3