25024 |
echo |
nagalm:
naogalm (Q201p Wijlre)
|
een naklinkend geluid [halm, nagalm, echo] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
33297 |
echte koekoeksbloem |
koekoeksbloem:
kukuksblom (Q201p Wijlre)
|
Lychnis flos-cuculi L. Een algemeen voorkomende plant in graslanden met rechtopstaande stengel en roze-rode bloemen met gespleten kroonbladeren. De plant bloeit van mei tot september en komt ook wel gekweekt voor. De hoogte varieert van 30 tot 90 cm. [A 17, 2; A 49B, 2; monogr.]
I-5
|
20394 |
echtgenoot |
man:
de man (Q201p Wijlre),
mens:
in de betekenis van man; maar meestal vrijer, zie vraag 001
miensj (Q201p Wijlre)
|
(man. ) Bestaat er een woord voor man in de beteekenis van echtgenoot? [DC 05 (1937)] || de man met wie men getrouwd is [man, mens, baas] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20391 |
echtgenote |
vrouw:
de vrouw (Q201p Wijlre),
wijf:
bij minachting
wîef (Q201p Wijlre)
|
(vrouw; ) bestaat er een afzonderlijk woord voor vrouw in de beteekenis van echtgenoote? [DC 05 (1937)] || de vrouw met wie men getrouwd is [wijf, vrouw] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
24436 |
eekhoorn |
eekhoorntje:
eikhörentje (Q201p Wijlre),
eiköəntjə (Q201p Wijlre)
|
eekhoorn [DC 07 (1939)]
III-4-2
|
24770 |
eekhoorntjesbrood |
eekhoorntjesbrood:
eekhoorntjesbrood (Q201p Wijlre)
|
Eekhoorntjesbrood: een eetbare paddestoel met een bruine hoed en een lichtbruine, witgeaderde voet. Vaak wordt het vlees bij het doorbreken blauw. [N 92 (1982)]
III-4-3
|
18942 |
een aanmerking maken |
afkammen:
aafkèmme (Q201p Wijlre)
|
een lichte afkeuring als straf [ripplement, rappelement, afkemming, kemming, afleiding, schelles, berisping] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22483 |
een april |
een april:
1-apr (Q201p Wijlre)
|
De dag waarop men lichtgelovige personen om een onzinnige boodschap stuurt (1 april). [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21811 |
een bevel opvolgen |
luisteren:
loestere (Q201p Wijlre)
|
een bevel opvolgen [pareren, luisteren, gehoorzamen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
20505 |
een borrel drinken |
proeven:
preuve (Q201p Wijlre)
|
jenever drinken; Hoe noemt U: Jenever drinken (proeven, likken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|