e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijlre

Overzicht

Gevonden: 2759
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hagelbui hagelschuil: hagelsjoel (Wijlre) hagelbui [DC 16 (1948)] III-4-4
half- of stiefbroer halve broer: hauve broor (Wijlre), hawve broor (Wijlre), stiefbroer: sjteefbroor (Wijlre) half- of stiefbroeder [DC 05 (1937)] III-2-2
half- of stiefzuster halfzuster: haufzuster (Wijlre), havzuster (Wijlre), stiefzuster: sjteefzuster (Wijlre) half- of stiefzuster [DC 05 (1937)] III-2-2
halm, stengel van de graanplant spit: špit (Wijlre) De graanhalm is de meestal ronde en gelede stengel van de te velde staande graanplant. Hier het algemene woord, dat veelal ook de benaming voor de gehele graanplant is. Een aantal termen (bv. spier, spit, ...) wordt niet alleen gebruikt voor de stengel van de te velde staande graanplanten, maar ook -en blijkens een niet gering aantal aar-opgaven wellicht nog meer- voor de geoogste en gedorste graanstengels, de strohalm; zie de toelichting bij het volgende lemma ''strohalm'' (1.3.2). Veelal zijn ze ook toepasselijk op de grasspriet (zie het lemma ''grasspriet'' (1.5) in aflevering I.3), enkele zelfs op de graankorrel (zie het lemma ''graankorrel'' (2.6) in deze aflevering). Voor een aantal plaatsen werd het tweelettergrepige ''spieren'' als enkelvoud opgegeven. Zie afbeelding 2, a. [N P, 4b; JG 1a, 1b; L 1, a-m; S 12; Wi 13; monogr.] I-4
hals haus: haiws (Wijlre), hàws (Wijlre) hals [DC 01 (1931)] III-1-1
halssnoer kraal: kral (Wijlre) aan een snoer geregen kralen, parels, enz. als halssieraad [toer, snoer, ketting, karkant, collier] [N 86 (1981)] III-1-3
halve maan, eerste kwartier wassende maan: wassende mòn (Wijlre) schijngestalte van de maan: eerste kwartier, halve maan [wassende maan, wassenaar] [N 81 (1980)] III-4-4
halve maan, laatste kwartier afgaande maan: aafgoande mòn (Wijlre) schijngestalte van de maan: laatste kwartier [afnemende, donkere maan] [N 81 (1980)] III-4-4
halve pint, kwart liter, maat schopje: sjupke (Wijlre) de maat die een inhoud aangeeft van 0,25 (=kwart) liter [kapper, halfje, schopje, dzozie, hoorn, neuker, neutel, bok, uppie, bak] [N 91 (1982)] III-4-4
ham, hesp droge schink: drueg sjink (Wijlre) hesp, ham (de bil v.e. geslacht varken) III-2-3