| 33617 |
appel, algemeen |
appel:
appel (Q201p Wijlre, ...
Q201p Wijlre),
appəle (pl) (Q201p Wijlre)
|
I-7
|
| 33488 |
appel, overige soorten |
franse zure:
franze zoere (Q201p Wijlre)
|
I-7
|
| 33494 |
appelboom |
appelbomen (mv.):
appelbuim (mv) (Q201p Wijlre, ...
Q201p Wijlre),
appelboompje:
Vraag: "appelboomjes", diminutief gelaten; enkelvoud opgenomen
appelbeumpke (Q201p Wijlre)
|
[DC 03 (1934)]
I-7
|
| 21119 |
appels van de boom schudden |
schokkelen:
sjhòkkele (Q201p Wijlre)
|
Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
| 22451 |
aprilgrap |
aprilmop:
aprilmop (Q201p Wijlre)
|
De onzinnige boodschap op 1 april [aprilvis, aprilzaad, zikkelzaad]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 21848 |
arbeid |
werk:
⁄t wierk (Q201p Wijlre)
|
het werken, het arbeiden [foter, werk] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 24937 |
arduin, hardsteen |
koenrader steen:
kündu sjtein (Q201p Wijlre)
|
hardsteen, harde, meest blauwgrijze kalksteen, gebruikt voor stolpen, hoekstenen enz [arduin] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 32877 |
arend van de zeis |
ang:
ãŋ (Q201p Wijlre)
|
Het blad van de zeis loopt aan de zijde waar het met de steel verbonden is uit in een smal, vaak extra verstevigd, stukje staal, de arend, dat tegen de steel van de zeis aanligt en door middel van de zeisring daaraan wordt vastgemaakt. Aan het uiteinde is de arend voorzien van een nokje dat in een gat in de steel wordt gestoken of geslagen; soms zijn er twee dergelijke nokjes (vergelijk het woordtype dobbelang). Voor de hoek die de arend met het zeisblad maakt, en het belang hiervan voor een goede "voering" van de zeis, zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. Zie afbeelding 5, nummer 1. [N 18, 68a; JG 1a, 1b; A 4, 28c; A 14, 1; L 20, 28c; L 45, 1; monogr.]
I-3
|
| 18239 |
armband |
armband:
ermband (Q201p Wijlre)
|
band- of ringvormig, gewoonlijk metalen sieraad dat om de arm of pols gedragen wordt [armband, bracelet] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
| 21709 |
armbestuur |
armbestuur:
ermbesjtuur (Q201p Wijlre)
|
de instelling die zich tot doel stelt arme mensen te ondersteunen [arme, armekom-mer, grootvaal, armbestuur] [N 90 (1982)]
III-3-1
|