e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijlre

Overzicht

Gevonden: 2759
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoefijzer hoefijzer: hōf˱īzǝr (Wijlre  [(mv -īzǝrǝ)]  ), ijzer: īzǝr (Wijlre) IJzeren hoefbescherming, meestal in de vorm van de onderrand van de hoef. Het hoefijzer wordt doorgaans met behulp van hoefnagels aan de hoef bevestigd. Zie ook afb. 221 en het lemma ɛhoefijzer met speciale vorm of uitrustingɛ.' [N 13, 84; N 33, 352; L 35, 104; L 27, 6 add.; JG 1a; JG 1b; monogr.; Vld.] II-11
hoek (tussen twee lijnen) hoek: hook (Wijlre) de ruimte tussen twee rechte lijnen of twee vlakken die elkaar ontmoeten [oord, hoek, winkel] [N 91 (1982)] III-4-4
hoek van een stuk land spits: špets (Wijlre) Een hoek of punt van een stuk land. [N P, 1; A 33, 10; monogr.] I-8
hoepel reep: reip (Wijlre, ... ), rijp (Wijlre) a) Grote houten of ijzeren ring die met een stokje of een ijzeren haak wordt voortgedreven, zodat hij over de weg voortrolt [hoepel, reep, kuil]. [N 88 (1982)] || Hoe noemt men het kinderspeelgoed, bestaande uit een grote houten of ijzeren ring, die met een stokje, een haak of een oog wordt voortgedreven, zodat hij over de weg rolt? [DC 19 (1951)] III-3-2
hoepelen repen: reipe (Wijlre) b) Met de hoepel spelen [hoepelen, banden, repen]. [N 88 (1982)] III-3-2
hogen verhogen: verhüge (Wijlre) de eerder geboden som verhogen op een veiling [hogen, een hoog zetten] [N 89 (1982)] III-3-1
hok om te paren kweekhok: kweekhok (Wijlre) een hok speciaal om er te paren en te broeden? [N 93 (1983)] III-3-2
hoklijst hoklijst: hoklies (Wijlre) Hoe heet verder in Uw dialect: hoklijst, lijst waarop alle duiven moeten worden ingeschreven? [N 93 (1983)] III-3-2
hom kerp: kèrp (Wijlre) Hoe noemt u het voortplantignsvocht van mannelijke vissen (hom, melk, geiltje) [N 83 (1981)] III-4-2
hommel hommel: hoemel (Wijlre), hoemmel (Wijlre), hömmel (Wijlre) Hoe noemt u een soort bij: groot, breed gebouwd en meestal kleurig behaard (bruinrood of geel) (hommel) [N 83 (1981)] || hommel [DC 09 (1940)] III-4-2