33997 |
kletsoor |
klatsoor:
klatsii̯r (P172p Wilderen)
|
Dun eindje touw of leer aan het uiteinde van het snoer van de zweep dat bij het slaan een knallend geluid maakt. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 13, 95c; L B2, 245; L 8, 142; R 14]
I-10
|
21337 |
kletswijf |
lameer:
lameer (P172p Wilderen),
r uitspreken ook
een lamér (P172p Wilderen)
|
Hoe heet een vrouw die veel babbelt [ZND 27 1938)]
III-3-1
|
25029 |
kleurx |
kleur:
kleur (P172p Wilderen, ...
P172p Wilderen)
|
kleur [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)]
III-4-4
|
18065 |
klierziekte |
flippen:
De meeste informanten vertalen enkel het zinnetje hij heeft klieren (in de hals) zonder een speciale benaming voor deze klieren op te geven.
flippe (P172p Wilderen),
klieren:
De meeste informanten vertalen enkel het zinnetje hij heeft klieren (in de hals) zonder een speciale benaming voor deze klieren op te geven.
kliĕ-re (P172p Wilderen)
|
hij heeft klieren (in de hals). Bestaat hiervoor een speciale volksnaam ? [ZND 28 (1938)]
III-1-2
|
24581 |
klimop |
klimop:
-
klimop (P172p Wilderen)
|
klimop [ZND 36 (1941)]
III-4-3
|
18230 |
klomp |
klonk:
kloenk (P172p Wilderen),
kluŋk (P172p Wilderen)
|
In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] || klomp; Hoe heet een houten schoeisel (fr. sabot)? [ZND 36 (1941)]
II-12, III-1-3
|
19469 |
kluit |
kluit:
klø͂ͅtə (P172p Wilderen)
|
bollen die gevormd worden uit kolengruis, leem en water [ZND 36 (1941)]
III-2-1
|
33675 |
kluit aarde |
klot:
klǫt (P172p Wilderen)
|
[N 27, 36; S 18; R 3, 8; L 28, 8; L 28, 9; L 1a-m; L B2, 290; ALE 257; Vd.; monogr.]
I-8
|
17921 |
knellen |
pitsen:
pitse (P172p Wilderen),
spannen:
spanne (P172p Wilderen)
|
die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)]
III-1-2
|
18174 |
knellen, gezegd van schoenen |
pitsen:
pitse (P172p Wilderen),
spannen:
spanne (P172p Wilderen)
|
die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)]
III-1-3
|