e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wintershoven

Overzicht

Gevonden: 1446
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
natuurlijke waterloop beek: bēk (Wintershoven) Natuurlijke, smal stromende waterloop. [N 27, 25; N 27, 24; A 2, 48; A 10, 21; A 20, 1d; A 20, 1c; AGV, m1; L 24, 17; L 24, 27; L 33, 10; L 37, 15; R I, 23; S 33; monogr.] I-8
navelbandje nagelbandje: nagəlbèndsjə (Wintershoven) navelbandje [nagelbendje] [N 25 (1964)] III-2-2
neet, luizenei neet: nītə (Wintershoven) neet, luizenei [N 26 (1964)] III-4-2
nek nak: nak (Wintershoven) Zie afbeelding 2.12. [JG 1a, 1b] I-9
neus van een schoen tip: tip (Wintershoven) neus van een schoen [snoet, tip, veusjte, teut] [N 24 (1964)] III-1-3
neusring varkensring: vęrkǝsreŋk (Wintershoven) Ring in de neus van het varken die het wroeten moet beletten. [N 19, 26; JG 2c; mongr.] I-12
niet drachtig muntig: møu̯ntǝx (Wintershoven) [JG 1a, 1b; Gwn V, 4; monogr.] I-11
niet gunnen afslaan: ps. omgespeld volgens Frings. Alleen de "-"heb ik letterlijk overgenomen.  zes afgəsl-gə (Wintershoven) ze wordt niet gegund, i.v.m. de openbare verkoping van b.v. een boerderij [de boerderij is opgehouden?] [N 21 (1963)] III-3-1
noodbed, kermisbed paljas: paljas (Wintershoven) noodbed, kermisbed [ZND 40 (1942)] III-2-1
notariskosten kort geld: ps. omgespeld volgens Frings.  ət kort geͅlt (Wintershoven), schrijfgeld: ps. omgespeld volgens Frings.  šrēͅi̯fgeͅlt (Wintershoven) gelden die bestemd zijn voor de notaris i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen [ongelden, den bamis, onraad, herengeld?] [N 21 (1963)] III-3-1