e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zelem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoffelmachine schoffelmachine: sxufǝlmǝšin (Zelem) Eenvoudig duwgereedschap dat eruit ziet als een kruiwagen en bestaat uit een (of meer) schoffelijzer(s) aan een wiel, waaraan twee duwburries zitten en waarmee tussen rijen planten wordt gewied. [N 18, 47; N J, 8a; monogr.; add. uit N 18, 51] I-5
schoft schoft: sxǫft (Zelem) Het benige uitsteeksel dat de hals van de rug scheidt, het hoogste punt van de ruggegraat. Zie afbeelding 2.17. [JG 1a, 1b; N 8, 14, 32.1 en 32.2] I-9
schoftriem schouderband: sxǫu̯dǝrbant (Zelem) Leren band van het borsttuig die over de schoft van het paard heen loopt. [N 13, 53] I-10
schoftzadel zadel: zǭl (Zelem) Het zadel dat een tussen berries ingespannen paard op de schoft draagt. [JG 1a, 1b; N 13, 64a; monogr.] I-10
schokken slagen: slāgǝ (Zelem) Gezegd van een kar of wagen. [N 17, 97] I-13
schokschouderen schokschouderen: sxoͅksxoͅərə (Zelem) schouders ophalen [schokschoere] [N 10 (1961)] III-1-2
schommel suur: sūūr (Zelem) Schommel. [ZND m] III-3-2
school school: tsxoͅl (Zelem) school [RND] III-3-1
schoolkinderen schoolkinderen: sxo.lkindərə (Zelem) schoolkinderen [RND] III-3-1
schoor schuine steunbalk: sxø̜nǝ stønbalǝk (Zelem) Schuine steunbalk tussen muurstijlen en regels. Zie ook afb. 47. [N 4A, 52c; N 31, 45d] II-9