34167 |
verdroogde kalf |
versteend kalf:
vǝrstiǝnt kalǝf (P044p Zelem)
|
Kalf dat na afgestorven te zijn zonder bederf in de baarmoeder blijft zitten. [N 3A, 42]
I-11
|
21660 |
verhogen |
opslaan:
ps. omgespeld volgens Frings.
upslāgə (P044p Zelem)
|
verhogen, iets in prijs ~ [opsteken? b.v. de eieren zijn opgestoken?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34171 |
verkeerd liggen |
niet juist zitten:
niet juist zitten (P044p Zelem)
|
Verkeerd liggen in de baarmoeder door een slag in de baarmoederhals, gezegd van het kalf. [N 3A, 49]
I-11
|
21399 |
verkeren |
verkeren:
vərkiərə (P044p Zelem),
vərkîêrə (P044p Zelem),
vrijen:
vrayə (P044p Zelem)
|
verkeren [ZND m] || vrijen (verkeren; courtiser) [ZND 08 (1925)]
III-3-1
|
20367 |
verkering hebben |
verkeren:
vərkîêrə (P044p Zelem)
|
vrijen (verkeren; courtiser) [ZND 08 (1925)]
III-2-2
|
18074 |
verkouden |
(het heeft de) streng:
strɛŋ (P044p Zelem)
|
Een ontsteking van het neusslijmvlies. [JG 1b; N 8, 89; N 52, 24 en 25; monogr.]
I-9
|
21659 |
verlagen |
afslaan:
ps. omgespeld volgens Frings.
afslāgə (P044p Zelem)
|
verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34165 |
verlopen |
herlopen:
(de koe is) hęrluǝpǝ (P044p Zelem)
|
Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a]
I-11
|
34233 |
verse koe |
verse koe:
vęsǝ kui̯ (P044p Zelem)
|
Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60]
I-11
|
17625 |
verstandskies |
wijsheidstand:
weͅsheͅtstant (P044p Zelem)
|
verstandskies (wijsheidstand) [N 10b (1961)]
III-1-1
|