e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zelem

Overzicht

Gevonden: 2292
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borst borst: bø̜st (Zelem) Zie afbeelding 2.19. [JG, 1b; N 8, 32.2] I-9
borstel borstel: bøͅstəl (Zelem) borstel [ZND 01 (1922)] III-2-1
borstelig haar stekelhaar: stekəlhōər (Zelem) borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)] III-1-1
borstriem borstlap: bøstlap (Zelem) Leren riem van het borsttuig die voor de borst van het paard zit. Zie ook opmerking onder lemma Borsttuig. [N 13, 52] I-10
borstrok lijfje: lefkə (Zelem), leͅfkə (Zelem) borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)] III-1-3
borstrok (voor mannen) kamizool (<fr.): kaməzōl (Zelem), lijfje: lefkə (Zelem) borstrok voor mannen [N 25 (1964)] III-1-3
borstrok (voor vrouwen) lijfje: lefkə (Zelem) borstrok voor vrouwen [N 25 (1964)] III-1-3
borstspeld toespeld: tuwspel (Zelem), tūspeͅl (Zelem) speld waarmee de slippen van de grote omslagdoek voor de borst bijeen worden gehouden [N 25 (1964)] III-1-3
borststuk van een schort boezemlapje: buzəmleͅpəkə (Zelem) borststuk, bovenste deel, ~ van een schort [boezem] [N 24 (1964)] III-1-3
borsttuig borstgetuig: borstgetuig (Zelem), borstlap: bøstlap (Zelem) Trektuig bestaande uit een stel leren riemen, dat wel eens gebruikt wordt in plaats van een haam, als het paard aan de schouders gedrukt is (zie WLD I, afl. 9, p. 111). In een vrij groot aantal opgaven verwijst de benaming voor een deel van het borsttuig naar het geheel, bv. het woordtype borstriem. Het omgekeerde, waarbij de term voor het geheel gebruikt wordt ter aanduiding van een onderdeel ervan, komt minder vaak voor (zie lemma Borstriem). [JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 13, 51] I-10