e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zelem

Overzicht

Gevonden: 2292
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doodskleed doodskleed: dytsklijət (Zelem), slaapkleed: slopklijət (Zelem, ... ) bekleding van de overledene, wanneer hij in de doodkist wordt gelegd (thans inventarisatie; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || bekleding van de overledene, wanneer hij in de doodkist wordt gelegd (vroeger inventarisatie; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || kleding waarmee overledene wordt bekleed [N 23 (1964)] III-2-2
doof doof: dūf (Zelem) doof [ZND m] III-1-1
doofpot doofpot: du.fpoͅt (Zelem) doofpot [N 05A (1964)] III-2-1
dooien t slaakt]: dūə (Zelem) dooien [t weer gaat af [N 22 (1963)] III-4-4
dooier doren: dō.rǝ (Zelem), dōrǝ (Zelem) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
doopdekentje doopsjaal: dupšal (Zelem), neusdoek: nyzeͅk (Zelem) dekentje waaronder de dopeling naar de kerk wordt gedragen [N 25 (1964)] III-2-2
doopjurkje doopkleed: du.əpkli.ət (Zelem), dūpkliət (Zelem), doopkleedje: du.pkli.kə (Zelem) doopjurkje [deumhemke] [N 25 (1964)] || doopkleed [RND] III-2-2, III-3-3
doopmutsje doopmuts: dūpmyts (Zelem), doopmutsje: du.pmytskə (Zelem) doopmutsje [N 25 (1964)] III-2-2
doopvont doopvont: du.əpfoͅnt (Zelem) doopvont [RND] III-3-3
doordeweekse (werk)schort `s werkendaagse voorschoot: sweͅrksndaxse vysxyt (Zelem) schort, blauwlinnen (werk) ~ voor door de week [N 24 (1964)] III-1-3