e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zepperen

Overzicht

Gevonden: 2267
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bewerken van het deeg op de werktafel plathouwen: plathōwǝ (Zepperen) De vraagstelling van N 29, 30b was: Welke bewerking ondergaat het deeg hier (op de werktafel): 1. platkloppen. 2. droogwerken. 3. doorslaan, 4. nog andere bewerkingen? Deze vraagstelling heeft de informanten toch wel problemen bezorgd bij de invulling. Woordtypen uit groep 4 en uit groep 1, 2 en 3 die per se iets anders aanduiden dan "platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan", zijn naar de desbetreffende lemmata overgebracht. In dit lemma zijn vooral de synoniemen van ..platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan" verwerkt. De voorrijs wordt beëindigd door de doorslag. Wanneer het deeg in de trog ligt, wordt het met de hand in stukken verdeeld, die gevouwen en gekneed worden, zodat het grootste gedeelte van het gevormde koolzuurgas en de gevormde alcohol eruit verwijderd worden (Schoep blz. 97). Door de doorslag wordt echter ook de kleefstof weer in aanraking ge-bracht met nieuw, ongebonden water, waardoor de nazwelling van de kleefstof bevorderd wordt. Hierdoor wordt het deeg droger (Schoep blz. 98). [N 29, 30b; N 29, 34; monogr.] II-1
bewolkte lucht heel overlopen lucht: (de) looch is heel euverloope (Zepperen), heel euverloope (Zepperen), heel zwarte lucht: (de) louch is heel ẓwat (Zepperen), de loech is heel zwat (Zepperen) bewolkt [ZND 32 (1939)] III-4-4
bezadigd genoeg: ook materiaal znd 21, 18  inne moaən di-je genoeg hət (Zepperen), kalm: ook materiaal znd 21, 18  kaləmə (Zepperen) bezadigd [ZND 01 (1922)] III-1-4
bezem bessem: bɛsǝm (Zepperen), bezem: beͅsəm (Zepperen), bɛsəm (Zepperen, ... ) bezem [RND], [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b] I-4, III-2-1
bezemsteel steel: stē̞i̯l (Zepperen) bezemsteel [RND] III-2-1
bezig zijn bezig zijn: zēn beizig bä (Zepperen) bezig zijn [ZND 19a (1936)] III-1-4
bezoeken bezoeken: bezukke (Zepperen, ... ), bəzukə (Zepperen) Kom mij eens bezoeken. [ZND 21 (1936)] III-3-1
bezorgen uitvaren: ǭtvārǝ (Zepperen) Brood thuis bezorgen. Het woordtype "kremeren" duidt op het feit dat het brood niet door de rondbrenger gebakken is maar dat het door een grote bakkerij of broodfabriek geleverd wordt. Een eventueel opgegeven object "brood" wordt niet gedocumenteerd. [N 29, 99a, N 29, 99b; N 29, 100 add.; monogr] II-1
bibberen beven: beejve (Zepperen, ... ), bävə (Zepperen), bibbelen: bubbele (Zepperen, ... ) beven, bibberen [ZND 21 (1936)] III-1-2
bidden beden: djə mut bejə (Zepperen), ji-je moeit bi-je in de kɛirek (Zepperen), bidden: ji-je moeit bidde (in de kɛirek) (Zepperen) Ge moet bidden (in de kerk). [ZND 21 (1936)] III-3-3