e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zepperen

Overzicht

Gevonden: 2267
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heup heup: hoop (Zepperen), huiəp (Zepperen) de heup (zijde van het lichaam) [ZND 26 (1937)] III-1-1
heuvel berg: bɛrx (Zepperen), bergje: bɛrǝxskǝ (Zepperen) Een kleine verhevenheid in het landschap. [L 34, 22] I-8
heuvel, kleine hoogte berg: berg (Zepperen), bergje: ə berəgske (Zepperen), hoogte: wa en heugte (Zepperen), waan heugde (Zepperen) heuvel [ZND 34 (1940)] || wat een hoogte! [ZND 27 (1938)] III-4-4
hiel vers: vaaəs (Zepperen), vaes (Zepperen) hoe heet het achterdeel van de voet (fr. talon) [ZND 29 (1938)] III-1-1
hij aardt naar zijn vader hij aardt naar zijn pa: hijə aat nə zenə pa (Zepperen), hij aardt naar zijn vader: hi-je aot no zeie vaower (Zepperen) naar zijn vader aarden; hij aardt naar zijn vader [ZND 19 (1936)] III-2-2
hijgen kuimen: kø̄mǝ (Zepperen) [JG 1a, 1b] I-11
hinkelblokje hinkblokje: heenkbləkske (Zepperen), hinksteen: heenksteen (Zepperen), henksteiən (Zepperen) Hoe heet het stukje hout of steen dat hierbij wordt gebruikt? [ZND 27 (1938)] III-3-2
hinkelen hinken: heenke (Zepperen), henke (Zepperen) Hoe heet het kinderspel, waarbij op één been gesprongen wordt? [ZND 27 (1938)] III-3-2
hinkelen: hinkelspel hinkspel: heenkspel (Zepperen) Hoe heet het kinderspel, waarbij op één been gesprongen wordt? [ZND 27 (1938)] III-3-2
hinkelperk: vorm rechthoek: rechthoek (Zepperen) Welke vorm heeft het spel dat op de grond wordt getekend? Teken dit op een afzonderlijk blaadje en schrijf de namen van de onderdelen in de vakken. [ZND 27 (1938)] III-3-2