| 20287 |
speen |
lots:
zuigdot
lóts (K361p Zolder),
tutter:
tutter (K361p Zolder, ...
K361p Zolder)
|
speen; een gummidop op een zuigfles [speen, fiep, frutter, tutter, toetje, fiepke, frut, stiekse] [N 115 (2003)]
III-2-2
|
| 34114 |
speen van de koe |
deem:
dē.m (K361p Zolder),
dēm (K361p Zolder)
|
[N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.]
I-11
|
| 20630 |
spek |
spek:
spɛk (K361p Zolder, ...
K361p Zolder)
|
spek [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
| 22841 |
spel (alg.) |
spel:
spee.l (K361p Zolder),
speehl (K361p Zolder)
|
1. Spel. || spel [GTRP (1980-1995)]
III-3-2
|
| 28970 |
spelden |
toespelden:
tǫwspɛlǝ (K361p Zolder)
|
Met spelden stukken kleding of panden aan elkaar vastspelden. [N 59, 74; L 7, 20; S 34]
II-7
|
| 28884 |
speldenkussen |
naaldenkussentje:
nuǫlǝkø̜sǝkǝ (K361p Zolder),
speldenkussen:
spɛlǝkøsǝ (K361p Zolder),
spɛlǝkø̜sǝ (K361p Zolder),
spɛlǝnkø̜jsǝn (K361p Zolder)
|
Kussentje waarop men de spelden en naalden steekt. De informant van Q 198 merkt op dat hij de naalden op zijn vest (kamizool) of op een stukje stof aan de muur speldde. Zie afb. 11. [N 59, 13a; N 62 68; L 45, 19; Gi 1.IV, 64; MW; monogr]
II-7
|
| 22383 |
spelen (alg.) |
spelen:
spee.le (K361p Zolder),
speehlen (K361p Zolder)
|
spelen [GTRP (1980-1995)] || Spelen.
III-3-2
|
| 22101 |
spelen voor een prijs |
voor prijs spelen:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
vur prèè.s spee.le (K361p Zolder)
|
Hoe heten de volgende combinatiemogelijkheden bij het inleggen/inzetten: spelen voor prijs? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22153 |
spelen voor een prijs add. |
losse duif:
(toegift).
en lósse douf i.nzètte (K361p Zolder)
|
niet met gummi-ring aan, niet voor prijs [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22327 |
spelletje |
partij:
kee.gel-} partei (K361p Zolder),
spelletje:
spélleke (K361p Zolder),
O.i.v. Nl. spee.l.
spélleke (K361p Zolder)
|
het spelen van een spel door twee of meer personen [partijtje, potje, spelletje] [N 112 (2006)] || I. Spelletje.
III-3-2
|