| 22058 |
verenmijt |
neet:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
nīē.te (K361p Zolder)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: vedermijten: tasten de veren aan, vaak met weinig zichtbare schade. [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 24614 |
vergeet-mij-nietje |
hemelbloemetje:
himəlblimkə (K361p Zolder)
|
vergeet-mij-nietje [ZND 40 (1942)]
III-4-3
|
| 19597 |
vergiet |
zij:
zeiə (K361p Zolder),
zej (K361p Zolder)
|
vergiet, doorslag [ZND 45 (1946)]
III-2-1
|
| 18054 |
vergiftigen |
vergeven:
vergeven (K361p Zolder)
|
Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
| 21660 |
verhogen |
meer geven:
meer geven (K361p Zolder),
opslaan:
opslaan (K361p Zolder)
|
verhogen, iets in prijs ~ [opsteken? b.v. de eieren zijn opgestoken?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 22507 |
verjaardag |
verjaardag:
vərjuōrdāch (K361p Zolder)
|
Hij was gisteren jarig, maar ik ... zn hele verjaardag vergeten. [DC 45 (1970)]
III-3-2
|
| 20364 |
verkering |
verkering:
verkiering (K361p Zolder),
vrijage:
vreijaazj (K361p Zolder),
vreijao.zie (K361p Zolder)
|
verkering; regelmatige omgang met een persoon van het andere geslacht [sjans, verkeer, aanspraak] [N 115 (2003)]
III-2-2
|
| 18002 |
verkleumd |
verstijfd:
vɛrstɛift (K361p Zolder)
|
hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)]
III-1-2
|
| 18074 |
verkouden |
(het heeft het) snot:
snǫt (K361p Zolder),
een kelde opgedaan:
nǝ kęl ˱gǝduǫn (K361p Zolder),
verkoud:
ig zēͅ verkād (K361p Zolder),
vǝrkāt (K361p Zolder),
versnoven:
vǝrsnōvǝ (K361p Zolder)
|
Een ontsteking van het neusslijmvlies. [JG 1b; N 8, 89; N 52, 24 en 25; monogr.] || ik ben verkouden [ZND 34 (1940)]
I-9, III-1-2
|
| 18080 |
verkoudheid |
kou:
gië zult ne kā pakke (K361p Zolder)
|
ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)]
III-1-2
|