e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zolder

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vrijplaats bij het baarspel kamp: Ge mòt truch in oer ka.mp geraa.ke bè t vrumde (een kampspel).  ka.mp (Zolder) [I], 3. Vrijplaats, honk bij kinderspelen. III-3-2
vrijschop free kick (eng.): frikik (Zolder) Freekick (Eng.), vrije schop. III-3-2
vroedvrouw wijsvrouw: wejsvroo (Zolder), wijsvroo (Zolder, ... ) Hoe noemt men de (gediplomeerde) vrouw die helpt bij de geboorte, indien er geen dokter aanwezig is? (nld. vroedvrouw) [ZND 46 (1946)] || vroedvrouw [ZND 08 (1925)] III-2-2
vroegmis eerste mis: de ierste mus (Zolder), di.əstə mês (Zolder), dirstə møs zoͅndags (Zolder) Hoe heet de vroegste mis op zondag? [ZND 38 (1942)] || vroegmis [RND] III-3-3
vrouw vrouw: vro. (Zolder), vrow (Zolder) vrouw [RND], [RND] III-3-1
vrouw in het kaartspel dame: dam (Zolder) [I.] 1. Dame (kaarten, schaken). III-3-2
vrouwelijk geslachtsdeel fluit: fleu.t (Zolder, ... ), klein poep: Meisjestaal.  klein pōē.p (Zolder), kot: B.v. dei hur koet stiet alteet roet.  kōē.t (Zolder), Ruw  koo.t (Zolder), mossel: móssel (Zolder), muis: Liefkozend.  móós (Zolder), muisje: Liefkozend.  moo.zeke (Zolder), piersel: pīērsel (Zolder), poepje: Kindertaal.  pōē.peke (Zolder), poes: Liefkozend.  pōē.s (Zolder), ring: Eerder gemeen.  ri.nk (Zolder), scheepje: Romantisch.  schee.pke (Zolder), spleet: splee.t (Zolder) [N 10c (1995)]geslachtsdelen in het algemeen [N 10c (1995)] III-1-1
vrouwelijk jong van de geit geitetje: gētǝkǝ (Zolder) [N 19, 71c; N 19, 71a; N 77, 77; N 77, 75; Vld.; A 9, 21; N C, Q 111 add.] I-12
vrouwelijk kalf vaarsje: vēǝrskǝ (Zolder), vaarzenkalf: vēǝzǝ[kalf] (Zolder) [N 3A, 20; N C, 7b; JG 1a, 1b; A 9, 17b; Gwn V, 5b; monogr.] I-11
vrouwelijk kuiken hennetje: henǝkǝ (Zolder), pulletje: pølǝkǝ (Zolder) [N 19, 41a; monogr.] I-12