33482 |
aardbei |
aardbeer:
eerbere (K361p Zolder),
iërbeer (K361p Zolder)
|
[ZND 19A (1936)]
I-7
|
29574 |
aarden pot |
kroeg:
krox (K361p Zolder),
stenen pot:
stī̄nǝ pǫt (K361p Zolder)
|
Aarden pot, bleekbruin van kleur. Dorren (Valkenburgs Woordenboek) merkt op pag. 15 over de term baar op: ø̄̄Naar de grootte onderscheidt men één-, twee- en drieschildersbaren, wijl ze gemerkt zijn met één, twee of drie schildjes (reliefstempels), met een inhoud van circa 20, 30 en 40 liter.ø̄̄ De driekroonse pot was een verglaasde pot voor het inmaken van zuurkool, braadworst en bonen. De pot was gemerkt met drie kroontjes en had een inhoud van 20 tot 50 liter. Het woordtype driekronenpot duidt waarschijnlijk een vergelijkbare pot aan. Zie hiervoor ook de toelichting bij het lemma ɛstroopvatɛ in wld II.2, pag. 59.' [N 49, 103b; L 1a-m; L 32, 15a; L 32, 15b; R 3, 5; S 1; monogr.]
II-8
|
19509 |
aardewerk |
aardwerk:
o.
ei̯rweͅrk (K361p Zolder)
|
aardewerk (eerdegoed, gleiwerk) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
24448 |
aardrups, larve van de nachtvlinder |
rups:
røps (K361p Zolder)
|
grauwe aardrups, larve van de nachtvlinder, die in de rusttoestand ligt opgerold in de vorm van de letter C [N 26 (1964)]
III-4-2
|
17653 |
aars |
achterpoort:
áchterpoo.rt (K361p Zolder),
holletje:
Kindertaal.
hólleke (K361p Zolder),
koker:
koo.ker (K361p Zolder),
kont:
kǫ.nt (K361p Zolder),
kot:
kōē.t (K361p Zolder),
kotje:
(keuteke)
kuu.teke (K361p Zolder)
|
[JG 1a, 1b; N 8, 13, 32.9 en 35]aars, darmuitgang [N 10c (1995)]
I-9, III-1-1
|
17654 |
aarsspleet |
kerf:
ké.ref (K361p Zolder),
voor:
voor (K361p Zolder)
|
aarsspleet tussen de billen [N 10c (1995)]
III-1-1
|
22741 |
aas in het kaartspel |
aas:
herten oeës (K361p Zolder),
oe-e-zen (K361p Zolder),
oeë.s (K361p Zolder)
|
Aas (kaartspel). || Aas: harten aas (in het kaartspel). [ZND 19A (1936)] || Ik heb de vier azen. [ZND 19A (1936)]
III-3-2
|
19009 |
abuis |
abuis:
gië zêt abuues (K361p Zolder),
ook materiaal znd 19a,6
gië zêt abuuls (K361p Zolder),
mis:
das es mis (K361p Zolder),
das mis (K361p Zolder)
|
abuis [ZND 01 (1922)] || Dat is mis. [ZND 38 (1942)] || Ge zijt abuis (= ge vergist u). [ZND 19 (1936)]
III-1-4
|
28214 |
accu van petlamp |
accu:
aky (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Zwartberg, Waterschei])
|
De accu van de petlamp die aan de gordel wordt bevestigd en door middel van een kabel met de petlamp is verbonden. [N 95, 252; monogr.]
II-5
|
19021 |
achterdocht |
achterdocht:
ig ha gin agtərdogt (K361p Zolder)
|
ik had geen achterdocht (ik vermoedde geen kwaad) [ZND 32 (1939)]
III-1-4
|