19345 |
dwarsdrijver |
dwarsdrijver:
dwejarsdrejəvər (Q001p Zonhoven),
terwarsdrijver:
cf. De Vries Etymologisch Wb. p. 147, s.v. "dwars""........oorspr. een bijwoordelijke 2de nv. evenals mnd. dwers, mhd. twerhes......"etc. etc.
terwīá.rsdrèè.ëver (Q001p Zonhoven),
terwarserik:
cf. De Vries Etymologisch Wb. p. 147, s.v. "dwars""........oorspr. een bijwoordelijke 2de nv. evenals mnd. dwers, mhd. twerhes......"etc. etc.
terwīárserik (Q001p Zonhoven),
terwarshout:
wat ən terwiarshōͅt (Q001p Zonhoven),
cf. De Vries Etymologisch Wb. p. 147, s.v. "dwars""........oorspr. een bijwoordelijke 2de nv. evenals mnd. dwers, mhd. twerhes......"etc. etc.
terwīárshóó.t (Q001p Zonhoven)
|
dwarsdrijver [ZND 01 (1922)] || dwarserik, dwarsdrijver || Wat een dwarsdrijver! [ZND 23 (1937)]
III-1-4
|
27908 |
dwarskap |
béle de cassage:
bēl dǝ kasās (Q001p Zonhoven
[(Zwartberg)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Kap die in de dwarsrichting van de pijler of de mijngang wordt geplaatst. De dwarskap is extra versterkt en bestaat uit twee elementen. Zij wordt gelegd op de plaats waar vanuit een steengang een galerij wordt begonnen. Zij moet extra stevig zijn omdat, al naar gelang de hoek die de galerij ten opzichte van de steengang maakt, één of meer kappen van de galerij met één uiteinde op de dwarskap rusten. [N 95, 303; monogr.; Vwo 105; Vwo 297; Vwo 299; Vwo 352; Vwo 792]
II-5
|
27193 |
dwarsligger |
bille:
bel (Q001p Zonhoven [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Houten of ijzeren dwarsligger waarop de spoorstaven worden bevestigd. De vormen "sousguide" en "travers" worden in de Belgische mijnen voornamelijk ondergronds gebruikt, terwijl men bovengronds meestal van "bille" spreekt (Vanwonterghem pag. 202). [N 95, 709; monogr.; Vwo 132; Vwo 300; Vwo 722; Vwo 790]
II-5
|
18802 |
dwaze streek |
kinderstreek:
dat es ən ke[iŋnərstrēk (Q001p Zonhoven),
zotte streken:
zottə strēkən (Q001p Zonhoven)
|
Dat is een kinderstreek, dat zijn zotte streken. [ZND 07 (1924)]
III-1-4
|
19504 |
dweil |
opneemdoek:
ópniemdòk (Q001p Zonhoven),
ópnīē.ëmdòk (Q001p Zonhoven)
|
dweil || opneemdoek
III-2-1
|
19657 |
dweilen |
opnemen:
(de vloer) opniemen (Q001p Zonhoven),
ópnīē.ëme (Q001p Zonhoven),
opwassen:
Ich mòt eu.ërst (d)e gró.nt nóg ópwaa.sse: ik moet eerst de vloer nog schrobben en dweilen
ópwaa.sse (Q001p Zonhoven),
schrobben:
(de vloer) schrobben (Q001p Zonhoven)
|
(op)dweilen || de vloer schrobben en dweilen || Hoe noemt u het schoonmaken van stenen of houten vloeren, van stoepen enz. met behulp van water en een grove doek? [N105 (2000)]
III-2-1
|
19260 |
dwingen |
dwingen:
dwènge (Q001p Zonhoven),
dwèngə (Q001p Zonhoven)
|
dwingen
III-1-4
|
18405 |
eau de cologne |
cologne (fr.):
cologne (Q001p Zonhoven),
eau de cologne (fr.):
eau de cologne (Q001p Zonhoven)
|
Eau de cologne. Reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 114 (2002)] || reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
24957 |
eb, laagtij |
eb:
eb (Q001p Zonhoven)
|
eb, teruggaan van het water van de zee en de toestand van laag water [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25024 |
echo |
echo:
echo (Q001p Zonhoven)
|
een naklinkend geluid [halm, nagalm, echo] [N 91 (1982)]
III-4-4
|