e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dwarsdrijver dwarsdrijver: dwejarsdrejəvər (Zonhoven), terwarsdrijver: cf. De Vries Etymologisch Wb. p. 147, s.v. "dwars""........oorspr. een bijwoordelijke 2de nv. evenals mnd. dwers, mhd. twerhes......"etc. etc.  terwīá.rsdrèè.ëver (Zonhoven), terwarserik: cf. De Vries Etymologisch Wb. p. 147, s.v. "dwars""........oorspr. een bijwoordelijke 2de nv. evenals mnd. dwers, mhd. twerhes......"etc. etc.  terwīárserik (Zonhoven), terwarshout: wat ən terwiarshōͅt (Zonhoven), cf. De Vries Etymologisch Wb. p. 147, s.v. "dwars""........oorspr. een bijwoordelijke 2de nv. evenals mnd. dwers, mhd. twerhes......"etc. etc.  terwīárshóó.t (Zonhoven) dwarsdrijver [ZND 01 (1922)] || dwarserik, dwarsdrijver || Wat een dwarsdrijver! [ZND 23 (1937)] III-1-4
dwarskap béle de cassage: bēl dǝ kasās (Zonhoven  [(Zwartberg)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Kap die in de dwarsrichting van de pijler of de mijngang wordt geplaatst. De dwarskap is extra versterkt en bestaat uit twee elementen. Zij wordt gelegd op de plaats waar vanuit een steengang een galerij wordt begonnen. Zij moet extra stevig zijn omdat, al naar gelang de hoek die de galerij ten opzichte van de steengang maakt, één of meer kappen van de galerij met één uiteinde op de dwarskap rusten. [N 95, 303; monogr.; Vwo 105; Vwo 297; Vwo 299; Vwo 352; Vwo 792] II-5
dwarsligger bille: bel (Zonhoven [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Houten of ijzeren dwarsligger waarop de spoorstaven worden bevestigd. De vormen "sousguide" en "travers" worden in de Belgische mijnen voornamelijk ondergronds gebruikt, terwijl men bovengronds meestal van "bille" spreekt (Vanwonterghem pag. 202). [N 95, 709; monogr.; Vwo 132; Vwo 300; Vwo 722; Vwo 790] II-5
dwaze streek kinderstreek: dat es ən ke[iŋnərstrēk (Zonhoven), zotte streken: zottə strēkən (Zonhoven) Dat is een kinderstreek, dat zijn zotte streken. [ZND 07 (1924)] III-1-4
dweil opneemdoek: ópniemdòk (Zonhoven), ópnīē.ëmdòk (Zonhoven) dweil || opneemdoek III-2-1
dweilen opnemen: (de vloer) opniemen (Zonhoven), ópnīē.ëme (Zonhoven), opwassen: Ich mòt eu.ërst (d)e gró.nt nóg ópwaa.sse: ik moet eerst de vloer nog schrobben en dweilen  ópwaa.sse (Zonhoven), schrobben: (de vloer) schrobben (Zonhoven) (op)dweilen || de vloer schrobben en dweilen || Hoe noemt u het schoonmaken van stenen of houten vloeren, van stoepen enz. met behulp van water en een grove doek? [N105 (2000)] III-2-1
dwingen dwingen: dwènge (Zonhoven), dwèngə (Zonhoven) dwingen III-1-4
eau de cologne cologne (fr.): cologne (Zonhoven), eau de cologne (fr.): eau de cologne (Zonhoven) Eau de cologne. Reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 114 (2002)] || reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 86 (1981)] III-1-3
eb, laagtij eb: eb (Zonhoven) eb, teruggaan van het water van de zee en de toestand van laag water [N 81 (1980)] III-4-4
echo echo: echo (Zonhoven) een naklinkend geluid [halm, nagalm, echo] [N 91 (1982)] III-4-4