20394 |
echtgenoot |
baas:
baas (Q001p Zonhoven),
gade:
cf. VD s.v. "gade, ga
gaoëj (Q001p Zonhoven),
halve trouwboek:
mennen halleven trouwbòk (Q001p Zonhoven),
man:
ma.n (Q001p Zonhoven),
maa.n (Q001p Zonhoven),
man (Q001p Zonhoven),
mansmens:
mansmins (Q001p Zonhoven)
|
de man met wie men getrouwd is [man, mens, baas] [N 87 (1981)] || echtgenoot || echtgenoot (scherts) || echtgenoot (scherts.)
III-2-2
|
20391 |
echtgenote |
gade:
gaoëj (Q001p Zonhoven),
halve trouwboek:
mennen halleven trouwbòk (Q001p Zonhoven),
vrouw:
vroo (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven),
wijf:
wèè.ëf (Q001p Zonhoven)
|
de vrouw met wie men getrouwd is [wijf, vrouw] [N 87 (1981)] || echtgenote || echtgenote (scherts)
III-2-2
|
20259 |
echtscheiding |
scheiding:
scheejing (Q001p Zonhoven)
|
scheiding
III-2-2
|
18101 |
eczeem |
uitslag:
uitslag (Q001p Zonhoven)
|
Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (eczeem, uitslag, (haar)worm). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
21313 |
eed |
eed:
it (Q001p Zonhoven),
i‧t (Q001p Zonhoven)
|
eed [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)]
III-3-1
|
24436 |
eekhoorn |
eekhoorn:
ook ZND 02, 008
ikørten (Q001p Zonhoven),
eekhoorntje:
īkø̄rnkə (Q001p Zonhoven)
|
eekhoorn [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
18116 |
eelt, eeltknobbel |
harde handen:
hie het hār hān (Q001p Zonhoven),
weer:
wīrn e zən hān (Q001p Zonhoven)
|
Hij heeft eelt in zijn handen (verharding van de huid door het werken met de spade) [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
23667 |
een aflaat verdienen |
aflaat verdienen:
afläët verdiene (Q001p Zonhoven)
|
Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23781 |
een askruisje halen |
assekruisje halen:
assekreuske hoalen (Q001p Zonhoven)
|
Zich met as laten tekenen op Aswoensdag, een askruisje halen. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
20145 |
een blauwtje lopen |
hij heeft een blauwe gelopen:
hij heeft ne blauwe gelopen (Q001p Zonhoven)
|
Als een jongen door een meisje wordt afgewezen zegt men wel: hij heeft een blauwtje gelopen. Kent u voor dit feit in uw dialect een andere uitdrukking [N 115 (2003)]
III-2-2
|