e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong dat pluimen begint te krijgen (zn.) stoppeljong: Ss. sub stoppel.  stóppeljò.nk (Zonhoven) *Stoppeljong: duivenjong dat pluimen begint te krijgen. III-3-2
jong en kaal vogeltje ietekske: ītɛkskə (Zonhoven), kwak: kwák (Zonhoven), piepertje: pipərkə (Zonhoven), vlug (subst.): vløͅ.x (Zonhoven), vlugjong (subst.): vløͅ.xjoŋk (Zonhoven), vogeltje: vøgəlken (Zonhoven, ... ) vogeltje [ZND 04 (1924)] || vogeltje, alg. || vogeltje, zeer klein || vogeltje, zondere veren III-4-1
jong en kaal vogeltje adj. kwak: kwak (Zonhoven, ... ), nog kwak: noͅx kwak (Zonhoven) jonge vogel die nog niet kan vliegen [ZND 36 (1941)] || nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)] || nog niet in staat om te vliegen, gezegd van jonge vogels (kak, kwak) [N 83 (1981)] III-4-1
jong van een dier jong: jonk (Zonhoven), joŋk (Zonhoven, ... ), jōŋk (Zonhoven) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)] || jong ve dier [ZND 01 (1922)] I-11, III-4-2
jong varken bag: bax (Zonhoven), báx (Zonhoven) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge boom poot: etym. (e.d.), zie boek  poo.ët (Zonhoven) jong boompje III-4-3
jonge duif pieper: Klanknabooting.  pieper (Zonhoven), stoppeljong: stoͅpəljoŋk (Zonhoven) duivejong || Pieper: 1. Pieper (o.a. vogeltje van de familie der kwikstaarten, jonge duif). III-3-2, III-4-1
jonge gans ganzenkuiken: gā.zǝkø̜̄kǝ (Zonhoven), jonge gans: joŋ gās (Zonhoven), jōŋ gās (Zonhoven) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge geit lammetje: lɛmǝkǝn (Zonhoven) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12
jonge kip pul: pøl (Zonhoven) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12