23598 |
kaarsenpit |
wiek:
wiek (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven)
|
De katoenen draad in het midden van een kaars [pit, wiek, lemmet?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22392 |
kaart met prentje |
beeldje:
Ich (h)aa gien ie biltn: Ik had geen enkele kaart boven de tien.
bi.l`te, bil`t`ṇ (Q001p Zonhoven),
Sub beeld, dim. 2. Ik heb geen enkel beeldje.
biltn (Q001p Zonhoven),
mannetje:
Ich (h)öp gien ménnekes: Ik heb geen mannetjes, d.i. ik heb geen boer, vrouw of heer.
ménneke (Q001p Zonhoven),
prentje:
prentje (Q001p Zonhoven)
|
[Beeldje]: 2. Kaart boven de tien. || Beeld.: 2. *b. Heer, vrouw of boer in het kaartspel. || Een kaart met een prentje erop [beeld, pop, prentje]. [N 88 (1982)] || Mannetje: *5: (Kaartsp.) [Mannetje, d.i. boer, vrouw of heer].
III-3-2
|
22505 |
kaarten (ww.) |
kaarten:
Afl. sub kaart.
kao.rte (Q001p Zonhoven),
kaartspelen:
koͅ:rtspe.ələ (Q001p Zonhoven),
/
kaortspelen (Q001p Zonhoven),
Sub kaartspel.
kaartspelen (Q001p Zonhoven),
tuisen:
Ten slotte treffen we in Zuid-Limburg een woord aan dat volledig van de andere vormen voor "kaarten"verschilt: teusen. Ook in Heist-op-de-Berg (K 339) komt dit woord één keer voor. Alles samen genomen werd dit woord door slechts vijf correspondenten opgegeven. Uit eigen ervaring weten we bovendien dat ook in Zonhoven (Q 1) dit woord door oudere mensen nog gebruikt wordt.
teusen (Q001p Zonhoven)
|
/ [SND (2006)] || [Kaartspelen]. || kaarten [RND] || Kaarten (werkwoord). || Kaarten.
III-3-2
|
22395 |
kaarten bijnemen |
pakken:
pakken (Q001p Zonhoven)
|
kaarten bijnemen [rafelen, fretten] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
22386 |
kaarten voor geld |
tuisen:
tuisen (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven),
Afl. tuiser.
t"sn (Q001p Zonhoven)
|
II. Tuisen: Voor grof geld spelen. || kaartspelen voor geld [tuisen] [N 112 (2006)] || Kaartspelen voor geld [tuisen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22628 |
kaarten, een spelletje kaarten |
boom:
bum (Q001p Zonhoven),
E bumke kòòëjònge: Een partijtje *kwajongen.
boem (Q001p Zonhoven)
|
Boom: 2. (Kaartsp.) Streep met een aantal dwarsstrepen in een kaartspel (meestal 10 bij het kwajongen). || Boom: 2. (Kaartspel) Teken om aan te tonen wie wint in t kwajongen. Men kan aan het teken 5 maal een streep trekken. Dan is t spel uit.
III-3-2
|
20802 |
kaas |
kaas:
kiës (Q001p Zonhoven),
kééəs (Q001p Zonhoven)
|
kaas [RND]
III-2-3
|
24833 |
kaasjeskruid |
kaasjeskruid:
kaasjeskruid (Q001p Zonhoven),
kiskǝskrǭt (Q001p Zonhoven),
z. L.J. p. 43
kiëskeskróó.ët (Q001p Zonhoven)
|
maluwe || Malva L. Een vrij algemeen voorkomende struikachtige plant met langgesteelde bladeren, bloemen in groepen van twee of meer in de bladoksels en vruchtjes in de vorm van een plat kaasje. Het grote kaasjeskruid (Malva sylvestris L.), dat veel in bermen voorkomt, wordt tot meer dan 1 meter hoog en heeft roze of lichtpaarse bloemen en een ruwbehaarde stengel. Het kleine kaasjeskruid (Malva neglecta Wallr.), dat 40 cm groot wordt, komt meestal liggend voor bij boerderijen en aan wegranden en heeft rozerode, soms ook witte bloemen. De bloei duurt van juni tot september. [A 52, 10a en 10b; monogr.]
I-5, III-4-3
|
22622 |
kaatsen |
bollen:
bulə (Q001p Zonhoven),
kaatsen:
De bal kaatsen (wegslaan).
kātsə (Q001p Zonhoven),
de bal wegslaan
kātse (Q001p Zonhoven),
kjalleballen:
Van Fr. un, deux, trois, qui a la balle?
kieja.lleballe, kja.lleballe (Q001p Zonhoven)
|
*Kjalleballen: Kaatseballen, met de kaatsbal spelen (kinderspel). || kaatsen [RND] || Kaatsen: Wegslaan. || Kent u het werkwoord kaatsen (met de bal)? [ZND 41 (1943)]
III-3-2
|
22369 |
kaatsen (ballen) |
ballen:
ballen (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven),
bolə (Q001p Zonhoven),
bólle (Q001p Zonhoven)
|
Ballen: Met de bal spelen. || I. Ballen: Met de bal spelen. || met een bal spelen [ballen, bollen, tossen] [N 112 (2006)] || Met een bal spelen [ballen, bollen, tossen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|