21880 |
opbrengst |
opbrengst:
de opbrengst (Q001p Zonhoven)
|
dat wat iets bij verkoping oplevert, de opbrengst [schoor, winst] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
17897 |
opeenschuiven |
schuiven:
schuiven (Q001p Zonhoven)
|
Op elkaar schuiven (stroppen, schuiven) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
31019 |
open kant |
rand:
rant (Q001p Zonhoven)
|
De naar buiten uitstekende zoolband van een schoen. Zie afb. 44. [N 60, 105a]
II-10
|
18456 |
open kant [wld ii.10, p. 44] |
rand:
rand (Q001p Zonhoven)
|
De naar buiten uitstekende zoolband van een schoen? (open kant?) Vgl. tek. 88. [N 60 (1973)]
III-1-3
|
21548 |
openbare verkoop |
koopdag:
kōpdag (Q001p Zonhoven),
uitverkoop:
ūtverkōp (Q001p Zonhoven)
|
Hoe heet een openbare verkoping bij opbod? [ZND 41 (1943)]
III-3-1
|
21150 |
openbare weg |
grote baan:
grote baan (Q001p Zonhoven)
|
een grote, doorgaande weg, een openbare straatweg (baan, grootbaan, steenweg, kasseiweg, klinkerd, klinkweg) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18199 |
openbroek met linten |
snelzeiker:
Vero.; Vrouwenonderbroek die, dank zij haar eenvoudige constructie, in staat stelde te wateren zonder ze uit te trekken. Rondom was er een +/- 8 cm. brede baalkatoenen band opgestikt; een snoer werd voor de buik met een strik dichtgeknoopt.
sné.lzee.ker (Q001p Zonhoven)
|
*snelzeiker
III-1-3
|
18163 |
opereren |
opereren:
opereren (Q001p Zonhoven)
|
Opereren: een operatie verrichten (opereren, vlijmen, snijden). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
22402 |
opgooien (tossen) |
opgooien:
opgooien (Q001p Zonhoven)
|
het kansspel waarbij een munt opgegooid wordt; de winnaar is degene die goed voorspeld heeft welke zijde (kruis of munt) boven zal liggen [koppelen, letteren, opgooien, omgooien, omroeien] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
22635 |
opgooien (tossen) add. |
opgooi (zn.):
opgooi (Q001p Zonhoven)
|
Het kansspel waarbij een munt opgegooid wordt; de winnaar is degene die goed voorspeld heeft welke zijde (kruis of munt) boven zal liggen [koppelen, letteren, opgooien, omgooien, omroeien]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|