e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schuw schouw: schao (Zonhoven), schóó. (Zonhoven), schuw: schou (Zonhoven) Hoe noemt u vreesachtig, schrikachtig, gezegd van dieren (schuw, schouw) [N 83 (1981)] || schuw III-1-4, III-4-2
schuwen schouwen: schouwe (Zonhoven) mijden III-1-4
scrotum maal: mǭ.l (Zonhoven) Teelzak van de stier. [JG 1a, 1b] I-11
seinbel bel: bɛl (Zonhoven  [(Zwartberg)]   [Winterslag, Waterschei]) De bel waarmee de seingever seinen kan geven aan de ophaalmachinist. Zo kan hij doorgeven of de liftkooi omhoog of omlaag moet en met welke snelheid dit moet gebeuren. [N 95, 92; monogr.] II-5
seingever belleman: bɛlǝman (Zonhoven  [(Zwartberg)]   [Winterslag, Waterschei]) Verantwoordelijke voor het seingeven bij het dalen en stijgen van de liftkooien. Seingevers bevinden zich aan iedere hoofdschacht, zowel onder- als bovengronds, en ook aan de tussenschachten en op- en neerbraken. Zij bedienen de lift en zijn vaak belast met het in- en uitladen van de mijnwagentjes (Vanwonterghem pag. 60). Zie voor het woordtype "klopper" (Q 117) ook het lemma Seinen Geven. [N 95, 132; N 95 133; monogr.; Vwo 109; Vwo 110; Vwo 700] II-5
seksen sekken: sɛkǝ (Zonhoven), seksen: sɛksǝ (Zonhoven) Bij kuikentjes de haantjes van de hennetjes afzonderen en ze vervolgens doden. Haantjes zijn er minder nodig en het is onvoordelig om die lang eten te blijven geven. [N 19, 58; JG 1a, 1b] I-12
selderij kropsellerie: kroͅpseləri (Zonhoven), selder: WLD  selder (Zonhoven, ... ), seller: V.D. selder, van Fra. céleri, < Lombardisch seleri (mv.)  su.ller (Zonhoven), sellerie: seləri (Zonhoven, ... ), V.D. selder, van Fra. céleri, < Lombardisch seleri (mv.)  su.llerie (Zonhoven), WLD  selerie (Zonhoven, ... ) [Goossens 1b (1960)]selderie || Selderij; de welbekende schermbloemige moesplant die gekweekt wordt als soepgroente waarvoor zowel de blaadjes en de stengel als de wortel gebruikt wordt (selderij, selderie, selder, seljer). [N 82 (1981)] I-7
sering jasmijn: -  jasmijn (Zonhoven, ... ), jozemijn: Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022  jøzəmin (Zonhoven), kerkbloem: kerkblaome (Zonhoven), z. L.J. p. 84  kè.rrekbloo.m (Zonhoven, ... ), meibloem: -  meibloem (Zonhoven, ... ), Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022  meibloem (Zonhoven), meiblom (Zonhoven), nageltjes: nageltjes (Zonhoven, ... ), -  nageltjes (Zonhoven, ... ), Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022  nagelkes (Zonhoven) sering || Syringa vulgaris, Fr. Lilas [ZND 02 (1923)] I-7, III-4-3
servituut vaart: vḁwərt (Zonhoven), vaarweg: ne vaorwieg (Zonhoven) Hoe heet een weg, die vanaf de straat toegang geeft tot een akker, die anders niet zou te bereiken zijn? [ZND 37 (1941)] III-3-1
sierduif smirrel: Kil. smerlin.  smɛərəl (Zonhoven), S. smerelken, smierel, smierl; Kil. smerlin, merlin; vgl. mnl. sme(e)rle, smerel, smarel dwergvalk, ohd. smerlo, smiril en Du. Schmerl.  smië.rel (Zonhoven) **Smirrel: Soort van duif met witte hals en kraag. || *Smerel: Tamme, witte duif, gebruikt om te goochelen. III-3-2