e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sint barbara sint baar: sent˱ bār (Zonhoven [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Patrones van de mijnwerker, 4 december. [Vwo 705; Vwo 706; Vwo 707; monogr.] II-5
sint-annabeeld annatrits: annatrits (Zonhoven), sint-anna-te-drien: st. anna ten driën (Zonhoven) De beeldengroep gevormd door St. Anna met haar dochter Maria en haar kleinkind Jezus [St. Anna te drieën, St. Anna-trits?]. [N 96A (1989)] III-3-3
sint-hubertusbrood gewijd brood: gewijd broed (Zonhoven) Het brood dat op St. Hubertusdag gezegend en uitgereikt werd als afweer tegen hondsdolheid [Sint Hubertusbroeëd]. [N 96C (1989)] III-3-3
sint-jozefbeeld sint-jozef: st. jozef (Zonhoven), sint-jozefbeeld: St. Jozefbeeld (Zonhoven), sint-jozefsbeeld: St. Jozefsbild (Zonhoven) Een beeld van de H. Jozef. [N 96A (1989)] || Een beeld van St. Jozef. [N 96B (1989)] III-3-3
sint-maarten hololool: hoolebool (Zonhoven), sint-maarten: sen martn (Zonhoven) Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)] III-3-2
sint-maartensvuur hololool: Als het vuur brandt, springen de kinderen errond en roepen: Hololool, geef mij ne kool om St.-Maarten zn tenen te warmen. De oorsprong van dit woord ligt waarschijnlijk in een volkse uitroep welke in een versje moet rijmen met het laatste woord van de volgende regel, zoals dit het geval is met hoeteloetekoet (s.v. helen).  hololoəl, holəlōəl (Zonhoven), Rond het vuur wordt gezongen: hoo(ë)leloo.ël, giëf mich ne koo.ël, vur sint márte zennen tien te wörreme *Hololool, geef me een kool, om Sint-Maarten zijn teen te warmen: zie H.C. Melis, pag. 166-167.  hoo(ë)leloo.ël (Zonhoven), hololoolsvuur: heolollosvuur (Zonhoven), sint-maartensvuur: st maartensvuur (Zonhoven, ... ) *Hololool: Sint-Maartensvuur, op Sint-Maarten (11 november) gestookt vuur waarin allerlei afval (hout, stro, afgesleten banden e.d.) verbrand wordt. || Het vuur dat op St. Maarten wordt ontstoken, Sint Maartensvuur. [N 96C (1989)] || Hololool: Op 11 november s avonds steken de kinderen hun bijeengehaalde hoop stro/hout/autobanden enz. in brand. || Welk jaarvuur kent (kende) men bij u (b.v. Vasten-, Paas-, of St.-Maartensvuur)? [ZND 17 (1935)] III-3-2, III-3-3
sint-pieter te rome sinte-pieter: sentə pitər (Zonhoven) Sint-Pieter. [ZND 40 (1942)] III-3-3
sintel koek: kok (Zonhoven), oud: aad (Zonhoven) Hoe heet het overblijfsel van verbrande kolen dat nog eens kan branden ? [ZND 42 (1943)] || Hoe heten de aaneengeklonterde stukken as die in de kachel overblijven ? [ZND 42 (1943)] III-2-1
sinterklaas sinterklaas: senter kloas (Zonhoven), sintərkloəs (Zonhoven, ... ), sènterklòòës (Zonhoven), sèntərkloəs (Zonhoven) 6 december, Sint Nicolaas, Sinterklaas [tsinterkloaës]. [N 96C (1989)] || Sint-Niklaas. [ZND 06 (1924)] || Sinterklaas. || Sinterklaas: 1. Sinterklaas; 2. Sinterklaasfeest. III-3-2, III-3-3
sjalot sjarlot: charlotten (Zonhoven), šərloͅtə (Zonhoven), šərloͅtən (Zonhoven), WLD  sjarlot (Zonhoven, ... ) ajuin [Goossens 2b (1963)] || Een sjalot, een soort van kleine ui (sjalot, sjarlot, schaloeneke). [N 82 (1981)] || sjalotten (pl) [Goossens 1b (1960)] I-7