27531 |
sint barbara |
sint baar:
sent˱ bār (Q001p Zonhoven [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Patrones van de mijnwerker, 4 december. [Vwo 705; Vwo 706; Vwo 707; monogr.]
II-5
|
23399 |
sint-annabeeld |
annatrits:
annatrits (Q001p Zonhoven),
sint-anna-te-drien:
st. anna ten driën (Q001p Zonhoven)
|
De beeldengroep gevormd door St. Anna met haar dochter Maria en haar kleinkind Jezus [St. Anna te drieën, St. Anna-trits?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23847 |
sint-hubertusbrood |
gewijd brood:
gewijd broed (Q001p Zonhoven)
|
Het brood dat op St. Hubertusdag gezegend en uitgereikt werd als afweer tegen hondsdolheid [Sint Hubertusbroeëd]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23400 |
sint-jozefbeeld |
sint-jozef:
st. jozef (Q001p Zonhoven),
sint-jozefbeeld:
St. Jozefbeeld (Q001p Zonhoven),
sint-jozefsbeeld:
St. Jozefsbild (Q001p Zonhoven)
|
Een beeld van de H. Jozef. [N 96A (1989)] || Een beeld van St. Jozef. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22799 |
sint-maarten |
hololool:
hoolebool (Q001p Zonhoven),
sint-maarten:
sen martn (Q001p Zonhoven)
|
Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)]
III-3-2
|
22765 |
sint-maartensvuur |
hololool:
Als het vuur brandt, springen de kinderen errond en roepen: Hololool, geef mij ne kool om St.-Maarten zn tenen te warmen. De oorsprong van dit woord ligt waarschijnlijk in een volkse uitroep welke in een versje moet rijmen met het laatste woord van de volgende regel, zoals dit het geval is met hoeteloetekoet (s.v. helen).
hololoəl, holəlōəl (Q001p Zonhoven),
Rond het vuur wordt gezongen: hoo(ë)leloo.ël, giëf mich ne koo.ël, vur sint márte zennen tien te wörreme *Hololool, geef me een kool, om Sint-Maarten zijn teen te warmen: zie H.C. Melis, pag. 166-167.
hoo(ë)leloo.ël (Q001p Zonhoven),
hololoolsvuur:
heolollosvuur (Q001p Zonhoven),
sint-maartensvuur:
st maartensvuur (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven)
|
*Hololool: Sint-Maartensvuur, op Sint-Maarten (11 november) gestookt vuur waarin allerlei afval (hout, stro, afgesleten banden e.d.) verbrand wordt. || Het vuur dat op St. Maarten wordt ontstoken, Sint Maartensvuur. [N 96C (1989)] || Hololool: Op 11 november s avonds steken de kinderen hun bijeengehaalde hoop stro/hout/autobanden enz. in brand. || Welk jaarvuur kent (kende) men bij u (b.v. Vasten-, Paas-, of St.-Maartensvuur)? [ZND 17 (1935)]
III-3-2, III-3-3
|
23286 |
sint-pieter te rome |
sinte-pieter:
sentə pitər (Q001p Zonhoven)
|
Sint-Pieter. [ZND 40 (1942)]
III-3-3
|
19420 |
sintel |
koek:
kok (Q001p Zonhoven),
oud:
aad (Q001p Zonhoven)
|
Hoe heet het overblijfsel van verbrande kolen dat nog eens kan branden ? [ZND 42 (1943)] || Hoe heten de aaneengeklonterde stukken as die in de kachel overblijven ? [ZND 42 (1943)]
III-2-1
|
22703 |
sinterklaas |
sinterklaas:
senter kloas (Q001p Zonhoven),
sintərkloəs (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven),
sènterklòòës (Q001p Zonhoven),
sèntərkloəs (Q001p Zonhoven)
|
6 december, Sint Nicolaas, Sinterklaas [tsinterkloaës]. [N 96C (1989)] || Sint-Niklaas. [ZND 06 (1924)] || Sinterklaas. || Sinterklaas: 1. Sinterklaas; 2. Sinterklaasfeest.
III-3-2, III-3-3
|
33587 |
sjalot |
sjarlot:
charlotten (Q001p Zonhoven),
šərloͅtə (Q001p Zonhoven),
šərloͅtən (Q001p Zonhoven),
WLD
sjarlot (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven)
|
ajuin [Goossens 2b (1963)] || Een sjalot, een soort van kleine ui (sjalot, sjarlot, schaloeneke). [N 82 (1981)] || sjalotten (pl) [Goossens 1b (1960)]
I-7
|