21391 |
uitleggen |
beduiden:
bedieë (Q001p Zonhoven)
|
beduiden, uitleggen
III-3-1
|
22773 |
uitmaken wie mag beginnen |
brogschieten:
Bij het knikkerspel (broch = streep).
vie zøln yəst brochschiejətn (Q001p Zonhoven),
opzetten:
Als ze zich in twee groepen moeten verdeelen, om te weten wie mag beginnen met kiezen.
vie zøln yəst oͅpsetn (Q001p Zonhoven),
tellen:
wiej zullen eiêst tellen (Q001p Zonhoven)
|
Hoe zeggen de kinderen, wanneer ze eerst willen zien wie mag beginnen, b.v. bij het knikkerspel? Vertaal dus en vul aan: We zullen eerst ... [ZND 26 (1937)]
III-3-2
|
21452 |
uitnodigen |
uitnodigen:
uitnodigen (Q001p Zonhoven),
verzoeken:
op de begrafenis verzieke (Q001p Zonhoven)
|
iemand verzoeken bij iemand op bezoek te komen, een feest bij te wonen etc. [verzoeken, noden, bidden, uitnoden, kwelen] [N 87 (1981)] || uitnodigen (voor begrafenis) [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
21588 |
uitnodigen voor een begrafenis |
bidden:
bien (Q001p Zonhoven),
bīe (Q001p Zonhoven)
|
uitnodigen (voor begrafenis) [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
31062 |
uitpoetsen |
uitpoetsen:
ǫwtputsǝn (Q001p Zonhoven)
|
Het met diverse uitpoetsmiddelen bewerken van de schoenen of polijsten van de randen. [N 60, 131b]
II-10
|
31064 |
uitpoetsinkt |
zwarte was:
zwartǝ was (Q001p Zonhoven)
|
Leersmeersel dat in recentere tijd het zwartsel is gaan vervangen. De woordtypen wasinkt en was wijzen erop dat de uitpoetsinkt in deze gevallen op een basis van was berust. [N 60, 132b; N 60, 132a]
II-10
|
23122 |
uitroep bij knikkerspel |
al:
Z. ook o. *bieal.
al (Q001p Zonhoven),
bied-al:
(Ik) (ge)bied al ?
biāl (Q001p Zonhoven),
Verkorting van (ik) (ver)bied al, met uitstoting van de d.
biea.l (Q001p Zonhoven),
bied-hoog:
Z. ook o. *bieal.
biehūūch (Q001p Zonhoven),
Zie bieal.
bihy(3)̄ch (Q001p Zonhoven),
bied-stoep:
Z. ook o. *bieal, *stoepen.
biestoep (Q001p Zonhoven),
Zie bieal.
bistúp (Q001p Zonhoven),
bied-trits:
Rem. bietrits: tweede lid staat i.v.m. tritsen met teerlingen spelen).
bietrits (Q001p Zonhoven),
Zie bieal.
bitríts (Q001p Zonhoven),
bied-trul:
Z. ook o. *bieal.
bietru.l (Q001p Zonhoven),
Zie bieal.
bitrøl (Q001p Zonhoven)
|
*Bieal: (Knikkerspel) Uitdr. waardoor de medespeler het terrein tussen de twee knikkers niet mag zuiver maken (geen eventueel hinderlijke voorwerpen mag verwijderen). || *Bieal: (Knikkerspel) Uitdr. waardoor de medespeler het terrein tussen de twee knikkers niet mag zuiver maken. || *Biehoog: (Knikkerspel) Verbod met de hand omhoog te komen. || *Biestoep: (Knikkerspel) Verbod vooruit te komen met de hand waarmee men schiet. || *Biestoep: *Biehoog: (Knikkerspel) Verboden vooruit te komen met de hand waarmee men schiet. || *Bietrits: (Knikkerspel) Verbod oneerlijk te spelen. || *Bietrits: (Knikkerspel) Verboden te foetelen. || *Bietrul: (Knikkerspel) Verbod de knikker te laten rollen (trullen). || *Bietrul: (Knikkerspel) Verboden de knikker te trullen. || Al2: *3. (Knikkerspel) Uitroep van speler die hem toelaat eventueel hinderlijke voorwerpen tussen de twee knikkers weg te nemen.
III-3-2
|
21445 |
uitschelden |
uitmaken:
ijəmant oͅwətma͂kə (Q001p Zonhoven),
ze haen nemferm autgemaekt (Q001p Zonhoven),
ze haennem ferm autgeseheten (Q001p Zonhoven),
uitschijten:
inen otschūatə (Q001p Zonhoven),
oͅwətschejətn (Q001p Zonhoven),
verwijten:
ijəmant fərwejətn (Q001p Zonhoven)
|
Op iem. schelden, iem. uitschelden. Geef de gemeenzame uitdrukkingen op en zet tussen twee haakjes welke als "gemeen"of "plat"beschouwd worden. [ZND 34 (1940)]
III-3-1
|
25770 |
uitslaan |
uitslaan:
ǭtslǭn (Q001p Zonhoven)
|
Een tekening maken op ware grootte van een kar- of wagenmodel of de onderdelen daarvan. Zie ook het lemma ɛwerktekeningɛ in de paragraaf over de meetwerktuigen, pag. 75.' [N G, 20a]
II-12
|
22454 |
uitsluitertjesdag |
buitensluitens:
Op het feest van Sint-Thomas gebeurde het vroeger regelmatig dat aan de leerkracht de toegang tot het klaslokaal werd ontzegd (bijv. versperring van deur met lessenaars). Pas na een zekere toegeving (bijv. een uur voorlezen) werd de leerkracht binnengelaten.
bóó.ëteslóó.ëtṇs (Q001p Zonhoven),
buitensluiter:
buitensluiter (Q001p Zonhoven)
|
*Buitensluitens. || De dag waarop de kinderen hun ouders buiten het huis sluiten. [N 88 (1982)]
III-3-2
|