18452 |
cambreur [wld ii.10, p. 42] |
cambreur (<fr.):
cambreur (Q001p Zonhoven)
|
Een stukje hout, stijf leer (of stalen veer) dat in de holte van de voet tussen de binnenzool en onder de eigenlijke zool wordt gelegd (cambreur, spaan, vulleer, plakleer?) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
19671 |
canapé, sofa |
canapè:
kanepeej (Q001p Zonhoven),
Hië lȉ.ët lánkóó.ët óbbe kanepeej Fr. canapé
kanepeej (Q001p Zonhoven)
|
brede zitbank || canapé
III-2-1
|
23643 |
canonborden |
altaarborden:
altaarborden (Q001p Zonhoven)
|
De canonborden op het altaar. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22828 |
carnaval |
carnaval:
Ss. carnavalstoet.
karnəval (Q001p Zonhoven),
Z. ook o. vastenavond.
kárneval (Q001p Zonhoven)
|
Carnaval.
III-3-2
|
22439 |
carnavalsoptocht |
carnavalstoet:
carnavalsstoet (Q001p Zonhoven),
carnavalstoet (Q001p Zonhoven),
Ss. sub carnaval.
carnavalstoet (Q001p Zonhoven),
stoet:
Het muziek gaat mee in de stoet.
stut (Q001p Zonhoven),
Wijnie trèkt (d)e stoet? Wanneer gaat de (carnaval)stoet uit?
stoet (Q001p Zonhoven)
|
[Carnavalstoet]. || de optocht met carnaval [cavalcade] [N 112 (2006)] || De optocht met carnaval [cavalcade]. [N 88 (1982)] || Stoet. || Stoet: Optocht.
III-3-2
|
22678 |
castagnetten |
castagnetten:
castagnetten (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven)
|
de twee bolletjes van hout of ivoor die men aan de vingers bindt en tegen elkaar slaat [klepperkens, klepper, castagnetten] [N 112 (2006)] || De twee bolletjes van hout of ivoor die men aan de vingers bindt en tegen elkaar slaat [klepperkens, klepper, castagnetten]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
34373 |
castreermes |
scheermesje:
scheermesje (Q001p Zonhoven)
|
Instrument waarmee men castreert. Uit de opgaven blijkt dat dit instrument in de meeste gevallen een scheermes is. De informant van Q 208 (Vijlen) vermeldt dat het scheermes "vroeger" werd gebruikt. [N 76, 46]
I-12
|
33749 |
castreren |
snijden:
snē̜.ǝ (Q001p Zonhoven),
snē̜i̯ǝ (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven),
snęi̯ǝ (Q001p Zonhoven)
|
Een mannelijk paard onvruchtbaar maken door de teelballen weg te snijden; men spreekt dan van een ruin. Vgl. het lemma ''ruin'' (2.1.3). [JG 1a, 1b; N 8, 60] || Het varken onvruchtbaar maken. Mannelijke varkens castreert men door ze de teelballen weg te nemen. [N 76, 44; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12, I-9
|
23886 |
catechismus |
catechismus:
catekiesmes (Q001p Zonhoven)
|
De katechismus, de christelijke leer, de kristenleer, de kinderleer [de kienderlieër, kristelier]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23887 |
catechismusboekje |
catechismus:
catekiesmes (Q001p Zonhoven)
|
Het boekje [kategèssemes, kategèsm, katejismes]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|