e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zutendaal

Overzicht

Gevonden: 1986
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gekruld haar krullen: krolle (Zutendaal) hij heeft gekruld haar [ZND 35 (1941)] III-1-1
geld geld: de moos gelt hemme voor konne te lève (Zutendaal), geͅld (Zutendaal), geͅld moͅste heͅbbə vir tə koͅnne pətoͅlə (Zutendaal), hijj eͅs vādər zənə jās en mydər heͅr geld, vādər zən ku en vādər zənən hond (Zutendaal), mydər, bij weͅ mut iX geld hoͅlə (Zutendaal), xɛld (Zutendaal) geld [RND], [ZND 44 (1946)] || Hier is vader zn jas en moeder haar geld; vader zn doe en vader zn hond [ZND 44 (1946)] || Hoe zegt ge in uw dialect: "ge moet geld hebben om kunnen te betalen"of "ge moet geld hebben om te kunnen betalen"? De gehele uitdrukking weergeven. [ZND 36 (1941)] || Moeder, bij wie moet ik geld halen ? [ZND 44 (1946)] III-3-1
gele lupine lupinen: lǝpīnǝ (Zutendaal) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
geleding lid: līǝ.t (Zutendaal) Het deel van de graanstengel dat zich tussen twee knopen bevindt. Zie afbeelding 2, d. [JG 1a; monogr.; add. uit JG 1b] I-4
geloven geloven: gelēēiven (Zutendaal) Geloven. [ZND 35 (1941)] III-3-3
geloven add. denken*: tinke (Zutendaal), menen*: maine (Zutendaal) Geloven. [ZND 35 (1941)] III-3-3
geluksvogel; altijd geluk hebben geluksvogel: gelèksvuëgel (Zutendaal) Iemand die altijd geluk heeft. [ZND 35 (1941)] III-1-4
gemak gemak: ook ZND 23, 076  gemoĕk (Zutendaal) gemak [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemakkelijk gemakkelijk: ook materiaal znd 23, 77  gemekkelik (Zutendaal) gemakkelijk [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemeen sjun (?): ook materiaal znd 23, 79  chun (Zutendaal) gemeen (smerig, slecht) [ZND 01 (1922)] III-1-4