21902 |
arm |
arm:
arm (L164p Gennep, ...
L432p Susteren),
erm (L267p Maasbree),
ārm (L265p Meijel),
ɛ.rǝm (L372a Aldeneik, ...
L417p As,
L360p Bree,
L321a Ittervoort,
L372p Maaseik,
L368p Neeroeteren,
L362p Opitter,
L415p Opoeteren),
ɛrm (L292a Maxet, ...
L321p Neeritter),
ɛrǝm (Q071p Diepenbeek, ...
L430p Einighausen,
P050p Herk-de-Stad,
L330p Herten,
P057p Kuringen,
Q088p Lanaken,
L211p Leunen,
P051p Lummen,
Q180p Mal,
L292a Maxet,
Q204a Mechelen,
L319p Molenbeersel,
L321p Neeritter,
Q099q Rothem,
P056p Stokrooie,
L318p Stramproy,
K353p Tessenderlo,
Q162p Tongeren,
Q112p Voerendaal,
L289p Weert),
baar:
bār (P219p Jeuk),
balk:
balk (L321p Neeritter),
blok:
blǫk (L265p Meijel),
goed:
gō.t (Q095p Maastricht),
kluwstek:
kluwstɛk (L320a Ell),
leertje:
lęrǝkǝ (L163p Ottersum),
pin:
pen (Q039p Hoensbroek),
ragebol:
rāgǝbōl (L289p Weert),
spil voor de vlaskop:
spīǝl vør dǝ vlaskop (L266p Sevenum),
spoel:
špōl (L432p Susteren),
toren:
tōrǝ (Q097p Ulestraten),
twijnder:
twjāndǝr (P058p Stevoort),
vlaskop:
vlaskop (L291p Helden),
wolpin:
wolpin (Q098p Schimmert),
wolvoet:
wolvō.t (Q117a Waubach)
|
niet hebben waaraan men grote behoefte heeft, ontberen [derven] [N 89 (1982)] || Onderdeel van het spinnewiel, een horizontaal latje met het spinrokkengat waarin een verticale lat, het spinrokken, steekt met vlas of wol. Volgens de informant van K 353 ontbreekt dit onderdeel heel waarschijnlijk in zijn of haar regio, omdat de spinner/spinster de prop ongesponnen wol op de schoot legt. Volgens de informant van L 291 is de vlaskop een kegelvormige rol van grauwe turf, opgesloten tussen houten schijven. Hierover is een kapmanteltje van blauw linnen geplaatst waaromheen het vlas of de wol zit. [N 34, B5] || Zie de toelichting bij het lemma ɛarm liggenɛ.' [N O, 34j; Vds 193; Jan 198; Coe 169]
II-3, II-7, III-3-1
|